de start

Zondagavond 24 februari. Morgen wordt de nieuwe gemeenteraad geïnstalleerd en word ik gemeenteraadslid. Deze nieuwe gemeenteraad duidt dan ook de schepenen aan en kiest de 11 OCMW-raadsleden. Normaal gezien duiden die raadsleden dan donderdag mij aan als OCMW-voorzitter voor de komende 6 jaar. Tegelijk word ik dan ook schepen voor jeugd.

Toen ik 6 jaar geleden de politiek in ging, had ik nooit durven denken dat ik 6 jaar later ocmw-voorzitter of schepen zou worden. Dankzij de steun, hulp en stem van velen is het toch gelukt, en dat is een droom die uitkomt. Je doet immers aan politiek omdat je aan aantal dingen wil veranderen/verbeteren en als je dan die kans krijgt, moet je die grijpen.

Ik kijk er dan ook naar uit om de komende 6 jaar voor mijn stad en vooral voor haar inwoners te mogen werken. Vanaf nu heb ik dus 38.000 bazen waar ik voor werk. Een hele eer. Ik beloof dan ook dat ik me 6 jaar hard ga inzetten voor het beleid van onze stad. Niet voor niets zal ik morgen zweren om de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.

Evaluatie van 5 jaar OCMW-beleid

Op de voorlaatste OCMW-raad voor de gemeenteraadsverkiezingen van vorige week maakte ik een evaluatie van het Ninoofse OCMW-beleid van de voorbije legislatuur.

De evaluatie geeft een gemengd beeld. Enerzijds kunnen we spreken van een modern nieuw rusthuis Klateringen ter vervanging van het verouderde rustoord in de Burchtstraat. Anderzijds werden een aantal beloften niet of slechts gedeeltelijk gerealiseerd. Al bij al kunnen we zeggen dat de OCMW-meerderheid zijn best deed maar dat er meer uit te halen viel.

Een opsomming van de belangrijkste opmerkingen:

  • Het nieuwe woon- en zorgcentrum Klateringen in de Centrumlaan voldoet aan alle moderne normen en is relatief goedkoop voor de bewoners. Het blijft jammer dat men de subsidie van de Vlaamse Gemeenschap niet gebruikte zodat de Ninoofse belastingbetalers 10 a 11 miljoen euro extra moeten bijdragen. Onbegrijpelijk trouwens dat er Ninoofse politici zijn die er fier op zijn dat Ninove dit rusthuis volledig zelf betaalde en de subsidie niet aanvroeg. Een bijkomende bedenking is dat het nieuwe rusthuis zo succesvol is dat er een wachtlijst is van meer dan 400 mensen voor slechts 165 bedden. Jarenlang wachten dus. En met de nog toenemende vergrijzing zal dit nog verergeren. Sp.a-groen pleit daarom al verschillende jaren voor een extra rusthuis. Het oud-rustoord in Denderwindeke kan hiervoor een optie zijn. Maar ook bij de ontwikkeling van de OCMW-Kaaischoolsite (tussen Graanmarkt en Dender) kan men hier plaats voor voorzien.
  • De CD&V-VLD-meerderheid beloofde extra serviceflats in zowel Ninove (Burchtstraat) als Denderwindeke.  In de Ninoofse Burchtstraat is er nog geen begin gemaakt aan de uitvoering van deze belofte. Het stadsbestuur verplicht het OCMW immers om hiermee te wachten tot de ganse OCMW-Kaaischoolsite wordt ontwikkeld. Wat nog jaren zal duren. Nochtans is het OCMW eigenaar van een deel van deze gronden   en hoeft er niet gewacht te worden.  Voor de extra serviceflats in Denderwindeke is men sinds kort wel aan de uitvoering begonnen. Men wil het oude rusthuis afbreken en vervangen door een nieuwbouw met 30 assistentiewoningen, de moderne naam voor serviceflats, die eventueel kunnen omgebouwd worden tot 60 rusthuisbedden mocht dat ooit mogelijk zijn. Jammer van de vertraging (was voorzien in 2010), maar toch positieve evolutie al is jammer dat het dorpsgezicht van het oude rusthuis niet kon worden bewaard.
  • Een andere belofte was de bouw van een Sociaal Huis dat dienst doet als centraal aanspreekpunt voor iedereen met  een ‘sociale’ vraag. Belangrijk is dit om laagdrempelig te zijn. Nu is het sociaal huis gewoon de balie van het OCMW. Omdat er nog steeds bij vele mensen onterecht wat schaamte is om bij het OCMW langs te gaan, is dit een grote drempel. Een apart Sociaal Huis zou een veel grotere rol kunnen spelen op de sociale kaart van Ninove. Ook dit gebouw voorzag het OCMW op de OCMW-Kaaischoolsite zodat het ook daar nog jarenlang wachten blijft.
  • Het OCMW wou een sociaal beleid voeren met een focus op activering en begeleiding naar tewerkstelling van cliënten en is daar ook in geslaagd. Het aantal plaatsen in allerhande tewerkstellingsinitiatieven is serieus toegenomen en  alle leeflooncliënten worden op maat begeleid en indien mogelijk aan het werk gezet.
  • In haar sociaal beleid had het OCMW zich van mij meer mogen richten op de bestrijding van (kinder)armoede. Projecten in andere gemeenten tonen aan dat het mogelijk is om als OCMW echt iets te betekenen in de strijd tegen kinderarmoede. Armoedebestrijding is voor mij toch dé kerntaak van een OCMW. En op dat vlak is helaas wat te weinig gebeurd de voorbije jaren.
  • Het Lokaal Sociaal Beleidsplan dat stad en OCMW in het begin van de legislatuur samen opstelden was behoorlijk ambitieus, maar is jammer genoeg verre van volledig uitgevoerd. Het moet gezegd dat de verantwoordelijkheid hiervoor meestal niet bij het OCMW lag maar bij de schepen tegen sociale zaken Rudy Corijn.
  • Het nieuwe WZC Klateringen beschikt over een cafetaria die men zou kunnen uitbouwen tot een heus Lokaal Dienstencentrum voor senioren met allerhande seniorenactiviteiten gaande van kaartnamiddagen tot informatiesessies. Een gemiste kans maar met sp.a-groen pleiten we er voor om dit in een volgende legislatuur toch te realiseren.
  • De OCMW-meerderheid startte in het nieuwe rusthuis een kortverblijfcentrum en dagopvang op voor zorgbehoevende bejaarden. Een nieuw initiatief dat toe te juichen valt en op termijn misschien uit te breiden valt.
  • Op onze vraag om een zonneboiler te plaatsen op het dak van het nieuwe rusthuis werd nooit afwijzend geantwoord, maar wou de meerderheid dit eerst uitstellen, wou nadien al de nodige leidingen voorzien en beloofde vorig jaar om het dossier voor te bereiden om dit uit te voeren. Intussen is er nog steeds niets gebeurd. Jammer, voor de OCMW-kas want de energiebesparing en subsidie betalen de kost snel terug en vooral als signaal naar de Ninoofse bevolking dat het OCMW haar steentje bijdraagt aan een beter milieu.
  • Inzake communicatiebeleid bereikt het OCMW en het Sociaal Huis nog onvoldoende de doelgroepen. Sociaal zwakkeren zijn heel moeilijk te bereiken met klassieke media als Ninove-info of een website. In een volgende legislatuur moet men echt proberen om deze mensen de nodige informatie te geven én om ook naar hen te luisteren in een tweerichtingscommunicatie. Na een korte studie kan men dan met de gepaste communicatiekanalen deze mensen bereiken.
  • Inzake personeelsbeleid scoort het OCMW vrij zwak. De manier waarop men soms met personeel omgaat is niet meer van deze tijd. Meer aandacht is nodig voor motivering, empowerment, grotere vrijheid en verantwoordelijkheid voor leidinggevenden.
  • Op financieel vlak lijkt het Ninoofs OCMW niet slecht te boeren. Het verlies van het rusthuis kon danig worden beperkt door zwaarder zorgbehoevenden op te nemen (waarvoor men meer subsidies krijgt) en door efficiëntiewinsten. De stad roomde de zo opgebouwde reserves echter af en transfereerde de voorbije 4 jaar maar liefst 4,8 miljoen van de OCMW-kas naar de stadskas om daar de begroting op te smukken. (Meer info  vind je hier)  Erg jammer want dat geld was bedoeld en gereserveerd voor sociaal beleid en bovendien heeft het OCMW er op die manier geen enkel belang meer bij om zuinig te zijn: alle winst vloeit toch naar de stad

Hoe de stad het OCMW leegzuigt

We weten allemaal dat een OCMW instaat voor het geven van leefloon en steun aan mensen die in armoede dreigen te verzeilen. Maar een OCMW voert een veel breder sociaal beleid dan enkel het geven van uitkeringen. Zo bieden de sociale werkers ook hulp bij het zoeken naar woningen, werk voor mensen die moeilijk op de arbeidsmarkt terecht kunnen, doen ze aan schuldbemiddeling, is er een maaltijd- en poetsdienst aan huis voor bejaarden en is er in Ninove ook een OCMW-rusthuis (Klateringen op de Centrumlaan), zijn er serviceflats in Ninove en Denderwindeke en zijn er ook een aantal sociaal appartementen in eigendom van het Ninoofs OCMW.

Koken kost natuurlijk geld, en afhankelijk van de hoeveelheid middelen die een OCMW van de stad krijgt, kan het meer of minder doen qua sociaal beleid. Het zal jullie niet verbazen dat linkse mensen als ik sociaal beleid heel belangrijk vinden: mensen die het moeilijk hebben, moeten geholpen worden en weer op weg gezet worden. Ouderen die niet meer alleen kunnen wonen, moeten kwaliteitsvol onderdak vinden dat betaalbaar is. Mensen die het moeilijk hebben om hun rekeningen te beheren, moeten daarin begeleid worden. Zo zijn er tal van voorbeelden van belangrijk sociaal beleid.

Maar nu stellen we vast dat de huidige VLD-CD&V-LDD-meerderheid in Ninove met schepen van Financiën Rudy Corijn op kop, de middelen van het Ninoofs OCMW stelselmatig beperkt en versluist naar de stadskas om er de eigen begroting op te smukken. Heel eigenaardig voor iemand die naast voor Financiën ook bevoegd is voor Sociale Zaken. Je zou toch denken dat iemand dan gaat pleiten voor sociaal beleid?

Op welke manier heeft de stad nu de OCMW-middelen beperkt in Ninove?

A. Middelen van het Gemeentefonds

Elke gemeente krijgt van de Vlaamse overheid jaarlijks een bepaald bedrag. In principe is 8% van dat bedrag bestemd voor het OCMW. Deze 8% is in Ninove goed voor ongeveer 500.000 euro per jaar. In 2003 beslisten de Ninoofse VLD en CD&V al om dat OCMW-deel te beperken tot 200.000 en vanaf 2009 werd er zelfs helemaal niets meer aan het OCMW gegeven. Het OCMW moest het zelf maar zien te redden.

B. De gemeentelijke bijdrage aan het OCMW

Jaarlijks is elke gemeente verplicht om middelen aan het OCMW te geven vanuit de belastingsontvangsten om de werking van het OCMW te financieren. De huidige VLD-CD&V-LDD-meederheid snoeide vanaf 2009 zwaar in deze gemeentelijke bijdrage. Vergeleken bij wat een normaal groeiritme voor de gemeentelijke bijdrage zou zijn (4% : 2% inflatie en 2% reële groei van de economie en belastingsontvangsten), bespaarde de stad zo 200 miljoen in 2009 en bijna 400 miljoen vanaf 2010.

 C. De grondenruil tussen Stad en OCMW

Het nieuwe rusthuis op de Centrumlaan werd gebouwd op gronden die oorspronkelijk van de stad waren en die aan het OCMW werden gegeven in ruil voor de OCMW-gronden in de Burchtstraat (waar de stad nog maar eens appartementen wil laten bouwen). Maar het OCMW moest daar nog een heel stuk bovenop leggen. Dat komt door de schatting van de waarde van de gronden, waarin geen rekening werd gehouden met het feit dat er meer dan 500.000 euro extra kosten nodig waren om de grond aan de Centrumlaan bouwrijp te maken (zeer vochtig en te saneren). Het OCMW heeft dus meer dan 500.000 euro teveel betaald voor deze gronden. Iets wat ook door de Gouverneur werd erkend na mijn klacht tegen deze onevenwichtige grondenruil.

D. Begroting 2012

Bovenop de al voorziene vermindering van de gemeentelijke bijdrage heeft de stad beslist om in 2012 nog 1.000.000 euro minder aan het OCMW te geven. Dat dient dan om de eigen begroting voor 2012 op te smukken om in aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen een goed begrotingscijfer te kunnen presenteren.

E. Overzicht

  2009 2010 2011 2012 Som 2009-2012
Gemeentefonds
486.000
503.000
521.000 
540.000 
2.050.000 
Beperking gemeentelijke bijdrage in meerjarenplan 205.000  397.000  341.000  340.000  1.283.000 
Onevenwichtige grondenruil    500.000      500.000
Extra beperking gemeentelijke bijdrage        1.000.000  1.000.000
Totaal  691.000  1.400.000  862.000  1.880.000  4.833.000

 Conclusie: het stadsbestuur beperkt op verschillende manieren de middelen van het OCMW

Het Ninoofs OCMW dat zich geconfronteerd zag met de beperktere middelen, moest daar natuurlijk mee omgaan, en deed dat op vijf manieren.

1. Besparen op het rusthuis.

Een overheidsrustoord zoals dat van het OCMW maakt normaal gezien verlies aangezien de prijzen voor de bewoners relatief laag zijn zodat ook mensen met een laag pensioen de nodige zorg kunnen betalen. De voorbije jaren is het OCMW er in geslaagd om een relatief goed financieel resultaat neer te zetten: het verlies is beperkt, door een grotere bezettingsgraad en enkel nog ‘zware’ gevallen op te nemen in het rusthuis waarvoor het RIZIV meer subsidies geeft. De keerzijde van de medaille is natuurlijk dat minder zware gevallen geen plaats meer vinden in ons rusthuis.

Daarnaast werden ook 4 kamers voor kortverblijf in gebruik genomen, zonder dat daar veel extra kosten tegenover staan. Op die manier kon het verlies van het rustoord wat verminderd worden.

2. Uitstel/afstel nieuwe projecten

Om tegemoet te komen aan de stijgende vraag naar ouderenzorg door de vergrijzende bevolking, wilde het OCMW een centrum voor dagopvang voor ouderen oprichten in het oud-rusthuis in Denderwindeke. Ook plande men extra serviceflats te bouwen in zowel Ninove als Denderwindeke en wil men een Sociaal Huis bouwen naast het huidige OCMW-gebouw dat moet dienen als centraal aanspreekpunt voor alle informatie over sociale zaken. Al deze projecten werden uitgesteld en het is twijfelachtig of en wanneer deze zullen gerealiseerd worden.

3. Nauwelijks nieuwe projecten

Het dagopvangcentrum in Denderwindeke waar men 15 plaatsen voorzag, zal niet doorgaan en werd vervangen door een kleinere dagopvang binnen het rusthuis Klateringen voor slechts 5 bewoners.

4. Uitstellen aanwervingen en examens

De instelling van het nieuwe personeelskader werd vertraagd, net zoals het openschrijven van bepaalde vacatures. Bepaalde functies worden zo al een hele tijd niet meer ingevuld.

5. Afbouwen van reserves

Zelfs door deze verschillende maatregelen slaagde het OCMW er nog niet in om te gaan met het streng budgettair dieet waartoe de stad haar dwong. Wil het OCMW dus zijn taken kunnen blijven uitvoeren, dan moet het haar reserves stelselmatig afbouwen.

  2009 2010 2011 2012 Som 2009-2012
Afbouw reserves -209.000 616.000 515.000 1.190.000 2.112.000

Daar waar in 2009 de reserves nog toenamen, werden die vanaf 2010 meer en meer afgebouwd met als triest hoogtepunt de pas goedgekeurde begroting voor 2012 waar de stad het OCMW dwingt om maar liefst 1,2 miljoen euro van haar reserves te gebruiken om rond te komen.

Een blinde ziet dat het niet houdbaar is om het OCMW zo weinig middelen te geven als je tegelijk een deftig sociaal beleid wil voeren. Dus, de politieke keuze voor de komende jaren is de volgende:

-ofwel blijft men de OCMW-middelen verder beperken,met als gevolg geen nieuwe initiatieven en zelfs inkrimpen van het gevoerde sociaal beleid

-ofwel willen we geen inkrimping maar zelfs uitbreiding van het sociaal beleid in onze stad (met bvb. ook extra rusthuisbedden waar grote nood aan is: nu 300 mensen op de wachtlijst: 6 jaar wachten!) en dan zullen daar meer middelen tegenover moeten staan

Volkstuintjes in Ninove?

Het Ninoofs OCMW is eigenaar van heel wat landbouwgronden in groot-Ninove. Deze gronden die historisch in handen zijn van het OCMW zijn vaak verpacht of bebost, maar liggen soms ook braak. Absoluut geen kerntaak van een OCMW dus.

Op de vorige OCMW-raad stelde sp.a bij monde van Lut Van den Brande daarom voor dat het OCMW één van haar vele gronden zou gebruiken om er volkstuintjes of een zelfoogsttuin op te richten.

Zulke volkstuintjes bieden de mogelijkheid aan mensen die zelf geen tuin hebben om op deze grond een eigen moestuin aan te leggen en er dus wat groenten en fruit voor eigen gebruik te kweken. Een zelfoogsttuin daarentegen is een moestuin of boomgaard die in het kader van een sociaal tewerkstellingsproject wordt onderhouden door sociaal zwakkere werknemers. Andere mensen kunnen dan voor een zeer lage prijs (bvb 0,5 euro per week) groenten en fruit komen oogsten voor eigen gebruik. Op die manier creëer je sociale tewerkstelling en help je tegelijk sociaal zwakkeren om gezonder te eten. Het is immers algemeen geweten dat mensen die het niet zo breed hebben eerder ongezond eten omdat dat nu eenmaal het goedkoopst is.

De meerderheid had wel oor naar het sp.a-voorstel en beloofde te onderzoeken of het OCMW gronden heeft die hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen. Wordt dus hopelijk vervolgd.

De financiële situatie van het OCMW-rusthuis

Begin jaren 2000 was het Ninoofse OCMW-rustoord er slecht aan toe en dreigde zelfs de sluiting. Jarenlang werd een eventuele renovatie of nieuwbouw niet voorbereid. Dit is ongetwijfeld een gedeelde verantwoordelijkheid van de opeenvolgende OCMW-voorzitters (Rudy Corijn, Marc Nachtergaele en in mindere mate Paul De Schepper). Hierdoor was er geen dossier klaar en kon voor een eventuele nieuwbouw geen beroep worden gedaan op subsidies van de hogere overheid. Het OCMW-bestuur engageerde zich om een nieuwbouwrustoord volledig met eigen middelen (dus zonder subsidie) te realiseren. Het stadsbestuur dat wettelijk verplicht is om OCMW-tekorten bij te passen, vroeg de garantie dat de kost voor de belastingbetaler, het verlies van het rusthuis dus, niet hoger zou zijn dan in 2002.
Na jarenlange planning en bouw werd het nieuwe woon- en zorgcentrum (WZC) Klateringen dat de rustoorden in de Burchtstraat te Ninove en langs de Edingsesteenweg in Denderwindeke vervangt, in gebruik genomen begin januari 2010. Nu het jaarverslag en de jaarrekening van 2010 bekend is, is het dus tijd om de evaluatie te maken. Is het OCMW-bestuur erin geslaagd om zijn financieel engagement tegenover de stad en de belastingbetaler waar te maken? En zoja, hoe?
Vooreerst moet opgemerkt worden dat er ongetwijfeld methodologische bemerkingen te maken vallen op onderstaande berekeningen. De jaarverslagen en jaarrekeningen zijn niet altijd gedetailleerd genoeg bekend. Dit stelt uiteraard vooral een
probleem voor 2002 waarvan er geen gedetailleerder cijfers meer beschikbaar zijn. Met wat ingenieursgeknutsel denken we dat we toch voldoende nauwkeurig zijn om enkele conclusies te kunnen trekken.
Uit de jaarrekeningen halen we volgende werkingsresultaten voor het activiteitencentrum WZC (2010) en de samenvoeging van de 4 activiteitencentra (rustoord Ninove, rustoord Denderwindeke, centrale wasserij en centrale keuken). We maken onmiddellijk al abstractie van de uitzonderlijke opbrengsten en kosten in de rekening aangezien deze er voor een structurele
analyse niet toe doen. En om te kunnen vergelijken indexeren we alle bedragen van 2002 naar de prijzen van 2010.
2002 jaarrekening Indexatie 2002->2010 2010 jaarrekening
Werkingsopbrengsten
4.721.255
5.517.956
6.604.328
Werkingskosten 6.113.916 7.145.625 7.632.595
Werkingsresultaat -1.392.661 -1.627.670 -1.028.267
Financiële opbrengsten 75.565 88.317 358.132
Financiële kosten 53.566 62.605 910.002
Financieel  resultaat 21.999 25.711 -551.870
Resultaat van de gewone activiteiten -1.370.662 -1.601.958 -1.580.137
We kunnen al volgende (voorlopige) conclusies trekken:
  • de werkingsopbrengsten zijn sterk toegenomen met ongeveer 1,1 miljoen
  • de werkingskosten zijn toegenomen met ongeveer 500.000
  • het werkingsresultaat is verbeterd met ongeveer 600.000
  • de financiële opbrengsten zijn toegenomen met 270.000
  • de financiële kosten zijn toegenomen met 850.000. Dit is uiteraard de afbetaling van de lening voor de nieuwbouw (ongeveer 17 miljoen geleend op 33 jaar)
  • het financieel resultaat is met475.000 euro verslechterd
  • het totale resultaat van de gewone activiteiten is met 20.000 verbeterd
Hoera en proficiat, de voorzitter heeft zijn engagement waargemaakt.
Zo lijkt het toch. Wanneer we de cijfers van naderbij bekijken, stellen we vast dat de financiële opbrengsten in 2010 358.000 bedragen daar waar die waren gebudgetteerd op 21.000 en die ook voor 2011 zijn gebudgetteerd op 21.000. Het blijkt om kapitaalsubsidies te gaan die het OCMW verkreeg bij de ingebruikname van het nieuwe WZC (bvb voor energiebesparende investeringen). Het gaat hier dus om een eenmalige opbrengst. De structurele component is dus eerder 21.000 euro.
Een ander niet-structureel punt zijn de ligdagprijzen die de bewoners moeten betalen per dag. Deze bedroegen in de twee oude rustoorden eind 2009 gemiddeld 32 euro. In het nieuwe rustoord zijn de prijzen hoger (gemiddeld 38,7 euro). Maar die prijzen werden geleidelijk ingevoerd: mensen die al in het rustoord woonden en mee verhuisden zagen hun ligdagprijs geleidelijk stijgen. Ook het tiental dagen in 2010 voor de verhuis heeft een zelfde effect (de oude dagprijs was toen nog van toepassing). Op die manier zijn de opbrengsten uit deze ligdagprijzen uit de jaarrekening van 2010 dus structureel lager dan wat we eigenlijk hadden mogen verwachten als iedereen de nieuwe prijzen zouden gaan betalen.
Tegelijk waren er ongetwijfeld nog kosten verbonden aan de oud-rustoorden die in de toekomst zullen wegvallen. Zo werden de oude gebouwen bvb nog enige tijd verwarmd, verzekerd,….. Dit effect is waarschijnlijk zeer klein en wordt hier verder verwaarloosd.
We voeren daarom een correctie toe op de cijfers uit de jaarrekening van 2010 om deze cijfers structureel te kunnen vergelijken en delen de werkingsopbrengsten hiertoe in in 3 delen (de opbrengst van de ligdagprijzen, de opbrengst van de tussenkomst van het RIZIV en alle andere opbrengsten). We hebben geen zicht op de dubbele kosten zodat daarvoor geen correctie wordt gedaan.
We krijgen dan:
Indexatie
2002->2010
2010
jaarrekening
2010
jaarrekening gecorrigeerd
Werkingsopbrengsten en geproduceerde vaste activa 5.517.956 6.604.328 6.803.786
Opbrengst ligdagprijs 1.854.256 2.160.220 2.359.678
Tussenkomst RIZIV 2.204.925 2.840.258 2.840.258
Andere opbrengsten 1.458.776 1.603.849 1.603.849
Werkingskosten 7.145.625 7.632.595 7.632.595
Werkingsresultaat -1.627.670 -1.028.267 -828.809
Financiële
opbrengsten
88.317 358.132 21.233
Financiële
kosten
62.605 910.002 910.002
Financieel  resultaat 25.711 -551.870 -888.769
Resultaat
van de gewone activiteiten
-1.601.958 -1.580.137 -1.717.578
De conclusie is nu:
Het OCMW-bestuur heeft zijn financieel engagement niet helemaal gehaald: de gewone activiteiten van het nieuwe WZC vertonen een tekort dat 115.000 euro groter is dan het in de twee oude rustoorden was. De doelstelling werd echter dicht benaderd: 115.000 euro bedraagt slechts  7,3% van het geïndexeerde tekort van 2002. Niet slecht.
Nu blijft de vraag welke opbrengsten, kosten en genomen beslissingen geleid hebben tot dit excesstekort van 115.000 euro.  We geven hier een overzicht van de belangrijkste beslissingen en evoluties en de bijhorende financiële implicaties.
  • Verhogen van de ligdagprijs voor de bewoners van gemiddeld 31,9 naar 38,7 euro: opbrengst 400.000 euro
  • Invoeren van 4 kortverblijfbedden: opbrengst 108.000 (60.000 afkomstig van het RIZIV, 48.000 van de ligdagprijs voor de bewoners)
  • Opdrijven bezettingsgraad door betere opvolging en ingebruikname van 1 extra kamer: opbrengst 126.000 (57.000 van de bewoners, 68.000 van het RIZIV)
  • Opdrijven zorgtegraad waarbij enkel nog  ‘zware gevallen’ (KATZ-score B en C) worden opgenomen. Voor deze zwaar hulpbehoevende mensen betaalt het RIZIV immers meer tussenkomsten. Het aantal zwaar zorgbehoevenden is de afgelopen jaren toegenomen van ongeveer 62% tot 75%. Opbrengst 507.000.
  • Toename andere kosten en opbrengsten (de gegevens zijn niet nauwkeurig genoeg om hier meer over te zeggen): kost 342.000. Het gaat oa om extra geschoold personeel om aan de strengere kwaliteitsnormen te voldoen, reële loonstijgingen van het personeel, reële prijsstijgingen van bvb energie.
  • De financieringskost per jaar van het nieuwe rusthuis: kost 914.000
Samen levert dit dus de excess-tekort op van 115.000 per jaar.
En hoeveel had het OCMW kunnen uitsparen per jaar door tijdig haar subsidiedossier aan te vragen: ongeveer 55 a 60% van de financieringskost had zo ten laste van de hogere overheid kunnen zijn. Als we voorzichtig zijn en 55% nemen bedraagt dit 500.000 euro dat de Ninoofse belastingbetaler jaarlijks (gedurende 33 jaar) aan zijn neus ziet voorbijgaan.
Effecten maatregelen in 2010
Verhogen
ligdagprijs
400.053
Ligdagprijs
kortverblijf
48.126
riziv-forfait
kortverblijf
60.004
Opdrijven
bezettingsgraad ligdagprijzen
57.243
Opdrijven
bezettingsgraad riziv-forfaits
68.497
Opdrijven
zorgtegraad
506.833
Financieringskost
nieuw rusthuis
-914.480
Wijziging
andere kosten en opbrengsten
-341.896
som -115.620
subsidie
aanvragen
500.501
Welke politieke conclusies kunnen hier nu uit getrokken worden?
  • Het OCMW-bestuur is er net niet in geslaagd om haar engagement tegenover het stadsbestuur waar te maken: het structureel verlies van het rustoord is toegenomen met een dikke 100.000 euro per jaar. Al bij al geen slechte financiële prestatie.
  • De manier waarop ze de extra kosten voor de nieuwbouw (915.000) en de toename van de andere kosten en andere opbrengsten (340.000) die in totaal1.255.000 euro per jaar bedragen, heeft opgevangen zijn, in volgorde van grootte, de volgende:
    • Opdrijven zorgtegraad tot 75% zwaar zorgbehoevenden door enkel nog deze categorie op te nemen. Dit brengt 500.000 euro per jaar op, maar heeft wel tot gevolg dat de zorgbehoevende mensen die eigenlijk niet meer thuis kunnen wonen, maar nog niet extreem zorgbehoevend zijn, eigenlijk geen kans meer maken om opgenomen te worden in het OCMW-rusthuis. Voor deze mensen (Katz-scores O en A) is de situatie dus echt heel moeilijk geworden: er is nauwelijks nog aanbod voor hen op de rusthuismarkt want ook de andere WZC’s van de privé-sector mikken natuurlijk om financiële redenen op zwaar zorgbehoevende waar ze meer RIZIV-  tussenkomsten voor krijgen. Aangezien het de taak is van een OCMW- rusthuis om zorg aan te bieden voor de mensen die moeilijk terecht kunnen op de privé-  markt (om financiële redenen, maar eigenlijk ook om de reden dat deze zich focussen op zwaar zorgbehoevenden), moet het OCMW zich afvragen of we met de verhoging van de zorgtegraad niet overdrijven.
    • verhogen ligdagprijs voor de bewoners: opbrengst 400.000 euro. De gemiddelde prijs per dag is toegenomen van ongeveer 32 euro naar bijna 39 euro. Per maand gaat dit dus voor een gemiddelde bewoner om 210 euro prijsstijging tot 1170 euro. Dit is behoorlijk veel en kan mensen afschrikken met een klein pensioentje , maar om niet in populisme te vervallen toch volgende bedenkingen:
      • voor  mensen die al in het rustoord woonden, was een overgangsregeling van toepassing.
      • De  kwaliteit, grootte en luxe van de kamers is er enorm op vooruitgegaan. Er zijn  ook veel meer  eenpersoonskamers in tegenstelling tot het oud-rustoord waar het vooral om meerpersoonskamers ging.
      • Het  OCMW-rustoord van Ninove is nog steeds veel goedkoper dan de privé-rusthuizen (is ook normaal),  maar is ook goedkoper dan de OCMW-rustoorden van andere gemeenten uit de regio  (Geraardsbergen:  47 euro per dag,  Aalst: 40-43 euro per dag)
      • Mensen  met een klein pensioentje die niet in staat zijn om de ligdagprijs te betalen, worden na een sociaal  onderzoek van de eventuele kinderen geholpen door het OCMW zelf.
    • Opdrijven  bezettingsgraad en ingebruikname extra kamer door betere opvolging. Opbrengst  125.000 euro per jaar. Dit is dus pure winst  door beter beheer. Zeer positieve evolutie. Door een nog betere opvolging is het zeker mogelijk om dit nog op te drijven. In 2010 waren er 735 ligdagen die verloren gingen (dat een bed leeg bleef staan). Gemiddeld blijft een bed 8 dagen leegstaan bij elke nieuwe bewoner. Als dit zou halveren zou dat ongeveer 35.000 euro per jaar opleveren.
    • Invoering 4 kamers voor kortverblijf: opbrengst 110.000 euro per jaar. Dit is pure winst en extra aanbod gecreëerd voor de Ninovieters. Zeer positief.
  • Het niet tijdig voorbereiden van het dossier zodat er geen overheidssubsidie voor de nieuwbouw kon gebruikt worden, kost ons jaarlijks ongeveer 500.000 euro. Deze had gebruikt kunnen worden om het verlies dat moet bijgepast worden door de stad (en dus de belastingbetaler) te beperken, of om het percentage zwaar zorgbehoevenden wat lager te houden zodat ook ‘minder zware gevallen’ nog een kans maken om in ons rustoord te komen, of om de prijs voor de bewoners wat minder te moeten verhogen.

Evaluatie secretaris en ontvanger

De secretaris en ontvanger zijn de twee leidinggevende ambtenaren van het OCMW. Vroeger werden deze in de praktijk voor het leven benoemd en werden die nadien nooit meer geëvalueerd. Sinds de invoering van het nieuwe OCMW-decreet in juli 2009 werden de OCMW’s echter verplicht om deze twee mensen regelmatig te evalueren. Het Ninoofs OCMW deed dit nog steeds niet en daarom vroeg ik vorig jaar om deze procedure in gang te zetten. De OCMW-meerderheid antwoordde toen dat dit geen prioriteit was. Nu ook de stad Ninove haar secretaris en ontvanger evalueert, was het moment gekomen om deze vraag nog eens te stellen.

We zijn immers allemaal mensen, hebben goede en minder goede punten en kunnen we bijleren. Daarom kan de feedback die deze twee leidinggevende krijgen enkel nuttig zijn voor de werking van het OCMW. Als hun evaluatie zeer gunstig is, hebben deze twee mensen trouwens recht op een managementtoelage. Niet dat ze niet genoeg verdienen, maar een extraatje als ze hun werk zeer goed doen, kan natuurlijk geen kwaad.

Bovendien worden alle OCMW-personeelsleden geregeld geëvalueerd en dus is het maar normaal dat hetzelfde geldt voor de twee absolute topambtenaren. Ook politici worden trouwens af en toe geëvalueerd door de kiezers. En dat is maar goed ook.

Tenslotte is het een wettelijke verplichting sinds de invoering van het nieuwe OCMW-decreet in juli 2009. De wet vermeldt geen termijn waar verwijst naar de stedelijke rechtspositieregeling die bepaalt dat deze evaluatie om de twee jaar moet gebeuren. De deadline is dus juli 2011 en zal het Ninoofs OCMW niet halen.

De vraag blijft dus waarom het OCMW zo treuzelt met deze evaluaties. Toen de stad vroeg om de evaluatieprocedures van stads- en OCMW-secretaris en ontvanger samen te doen om kosten en moeite uit te sparen, ging het OCMW daar niet op in. Onbegrijpelijk. Het was blijkbaar echt wel geen prioriteit. Maar de geesten zijn intussen blijkbaar wat gerijpt want de OCMW-voorzitter beloofde als antwoord op mijn vraag om de procedure in gang te zetten nadat de OCMW-rechtspositieregeling is afgewerkt. Ik hoop dat ik er hem deze zomer niet moet aan herinneren.

Wat publiek met een ocmw-raad doet!

Drie jaar al zit ik intussen in de Ninoofse OCMW-raad en het moet gezegd: het is er goed toeven. De sfeer is gemoedelijk. Er wordt naar elkaar geluisterd en soms worden er zelfs mensen overtuigd. Het is overdreven om te zeggen dat er geen grens is tussen meerderheid en oppositie maar er wordt wel samen gezocht naar de beste oplossingen voor het OCMW. Af en toe geeft de oppositie natuurlijk (terechte) kritiek op de beslissingen van de meerderheid maar die verbale discussie’s blijven al bij al vrij braaf en worden nadien bijna altijd verdronken in een mengsel van schuimwijn en hapjes. Inderdaad, na bijna elke raad is er wel een traktatie van één van de raadsleden voor een verjaardag, een geboorte, een honderste raadszitting als voorzitter, een afscheid, een verwelkoming,….

Maar dan plotsklaps komen 50 personeelsleden de raad bijwonen. Ondanks het feit dat de zittingen van de OCMW-raad openbaar zijn, gebeurt het eigenlijk nooit dat er publiek is. Op de drie jaar dat ik in de OCMW-raad zit, welgeteld één keer: gisteren. En de gevolgen waren wel heel merkbaar:

Renaat Raes van het Vlaams Belang verwees naar een voorstel dat hij zogezegd deed, maar in werkelijkheid ging het om een meerderheidspunt waar hij toen tegen stemde. Hij vergat er echter wel bij te zeggen dat zijn twee fractieleden het standpunt van de meerderheid wel deelden.

De voorzitter die vrij plechtig de vergadering officieel opende.

De Vlaams Belanger die de kant van de vakbonden kiest en even vergat dat zijn partij eigenlijk tegen de vakbonden is en hen rechtspersoonlijkheid wil geven om zo het stakingsrecht de facto af te schaffen.

Ik die veel zenuwachtiger was dan anders.

De immer minzame voorzitter die dreigde om iemand uit de zaal te laten evacueren door de politie.

Zo’n publiek brengt dus wel sfeer. Ze mogen nog komen!

De begroting van het OCMW doorgelicht

Op de OCMW-raad stond vorige week het budget (de begroting) voor het jaar 2011 op de agenda. Het is een vrij ambitieloos budget geworden met geen nieuwe projecten. Enkele zaken die toch opvallen:

– het OCMW moet 607.000 euro betalen aan de stad voor de grond aan de Centrumlaan waar het nieuwe rusthuis op staat. Na mijn klacht tegen deze transactie vond ook de gouverneur dat de prijs die de stad het OCMW aanrekende overdreven was, maar schorste hij deze niet omdat stad en OCMW volgens hem min of meer hetzelfde zijn. In de begroting van 2011 wordt het dus nog maar eens duidelijk dat de stad er met deze transactie voor kiest om geld weg te trekken van sociaal beleid om haar eigen budget op te smukken.

-de verbouwing van het oude rusthuis in Denderwindeke tot extra serviceflats en een dagcentrum voor bejaarden die in het meerjarenplan voorzien was voor 2011, wordt uitgesteld. Men is bezig met plannen, maar er zijn nog geen budgetten voorzien. De bouw heeft dus zeker al een jaar vertraging. Jammer.

-door de transactie met de stad en in mindere mate de nieuwe personeelsformatie, put het OCMW meer dan 600.000 euro in haar reserves, zodat er minder ruimte overblijft voor toekomstige projecten. De volgende meerderheid zal het niet eenvoudig hebben.

sp.a Ninove pleit voor contracten van lange duur!

Het Ninoofs OCMW is door de rechtbank veroordeeld voor het betalen van een verbrekingsvergoeding aan een ex-werknemer die meer dan 15 jaar onafgebroken voor het OCMW werkte met tijdelijke vervangingscontracten. De rechter oordeelde dat 21 (!) verlengingen in het kader van het zoeken naar een vervanging een foutief gebruik impliceert van het systeem.

Ik kloeg de massa tijdelijke contracten die telkens weer worden verlengd al meermaals aan en ben nu erg tevreden met de uitspraak van de rechtbank. Men kan wettelijk maar vier contracten van bepaalde duur na elkaar aangaan, zodat de personeelsleden arbeidsrechtelijk een contract van onbepaalde duur hebben. Dat deze stelling wordt gedeeld door de rechtbank is een steun voor de vele personeelsleden die in deze situatie zitten. Dat de CD&V-VLD-meerderheid niet in beroep gaat tegen de beslissing van de rechter, betekent bovendien dat ze hun fout erkennen.

Sp.a wil een oplossing voor deze kwalijke situatie en OCMW-raadsleden. Lut Van Den Brande en ik  herhaalden op de OCMW-raad onze vraag om contracten van bepaalde duur na twee verlengingen automatisch om te zetten in een contract van onbepaalde duur. De rechtse VLD-CD&V-LDD-meerderheid wou echter geen duidelijkheid verschaffen over de vraag ze al dan niet examens wil uitschrijven voor contracten met onbepaalde duur.
Op die manier blijft de onzekerheid voor vele personeelsleden die mogelijk aan een examen zullen moeten deelnemen om aan te tonen dat ze geschikt zijn voor de baan die ze al vele jaren goed uitoefenen. Zulke examens om personeelsleden wiens tijdelijk contract al verscheidene malen werd verlengd een contract voor onbepaalde duur aan te bieden zijn niet nodig, aangezien de verlengingen aangeven dat het personeelslid zijn of haar werk goed doet.

sp.a Ninove is voor een goed sociaal huis!

sociaal huis Ninove

Het Sociaal Huis is een samenwerkingsverband tussen het Stadsbestuur en het OCMW van onze stad. Het is hét centrale aanspreekpunt waar alle Ninovieters terecht kunnen met vragen over sociale en welzijnszaken. Het Sociaal Huis moet er mee voor zorgen dat iedereen de sociale dienstverlening krijgt die hij nodig heeft.

Sinds de opstart in 2007 van de samenwerking detacheerde het stadsbestuur een personeelslid naar het Sociaal Huis. Een aantal maanden geleden besliste het Schepencollege echter zonder overleg met het OCMW om die detachering stop te zetten en de samenwerking te beperken tot af en toe een gezamenlijke vergadering zonder engagementen.

Verantwoordelijke Schepen tegen Sociale Zaken Rudy Corijn meldde het OCMW kurkdroog dat de Stad geen meerwaarde meer ziet in de detachering van een personeelslid aan het Sociaal Huis, dat het OCMW zelf maar moet nadenken hoe ze de verdere personeelsinvulling van het Sociaal Huis kan oplossen en dat dit standpunt van het Schepencollege moet aanvaard worden.

sp.a OCMW-raadsleden Lieven Meert en Lut Van den Brande vinden de houding van de Schepen schandelijk: “De afspraken tussen stad en OCMW voor de samenwerking in het Sociaal Huis werden bij de oprichting goedgekeurd door het Schepencollege. Het is dan ook niet aanvaardbaar dat deze afspraken zonder overleg door de stad worden opgezegd.”

“Eén van de eigenschappen van goeie politici is dat ze zich houden aan gemaakte afspraken. Mocht daar nog twijfel over bestaan, dan is het nu wel duidelijk dat Schepen Corijn niet tot deze categorie politici behoort.”

De samenwerking tussen stad, Autonoom Gemeentebedrijf en OCMW loopt trouwens ook op andere vlakken niet zo vlot. Onder andere bij de tewerkstelling van sociaal zwakkeren, lapt het Autonoom Gemeentebedrijf de afspraken geregeld aan haar laars. Hoog tijd dat ook het Stadsbestuur en de Schepen tonen dat ze ook sociaal kunnen zijn.