door lieven@lievenmeert.be, op 07.06.11 Vorige week ontstond er beroering bij de Ninoofse jongeren. Het stadsbestuur besloot om danscafé Blackout in de Pamelstraat voor een maand te sluiten. En ook het populaire jongerencafé den Blompot in de Koepoortstraat werd door het schepencollege bedreigd met een mogelijke sluiting. In een mum van tijd vroegen meer dan 1000 Ninoofse jongeren op Facebook de ‘redding van de Ninoofse jeugd’. De facebookjongeren klaagden de sluiting van de cafés aan en vroegen meer respect voor de Ninoofse jeugd die recht heeft op plaatsen om zich te amuseren.
De facebookactie van deze geëngageerde jongelingen is werkelijk fantastisch. Sommige ouderen (zoals recent nog Tobback bvb) beweren wel eens dat de jeugd van tegenwoordig niet meer geëngageerd kan zijn, wel ze zijn absoluut fout! Mochten de politiekers zich wat meer bezig houden met wat de mensen bezig houdt, zouden ze wel merken dat de meesten wel degelijk een mening hebben en zich voor iets willen engageren.
Belangrijk is nu dat er iets mee gedaan wordt. Daarom deze tekst: om iedereen er toe aan te zetten na te denken over hoe we in Ninove eindelijk tot een volwassen uitgaansbeleid kunnen komen. Dat was er de voorbije jaren absoluut niet. Af en toe reageren ze eens op een concrete aanleiding, maar een structurele visie over hoe een stad met feestvierders om moet gaan, is er absoluut niet.
Een stad is meer dan een verzameling huizen, appartementen, wegen en pleinen. Het is vooral een verzameling mensen. Mensen wier geluk vooral wordt bepaald door ontmoetingen, relaties, vriendschappen,… Willen we een samenleving waarin mensen zich goed voelen dan moeten we er voor zorgen menselijke ontmoetingen zoveel mogelijk te stimuleren.
Waar mensen samenkomen en zich amuseren, ontstaat er geluid en met wat alcohol erbij, kan dat best wel veel zijn: (dans)muziek, gezang, gelach,… Dat sommige buren zich hierdoor mogelijk gestoord voelen is begrijpelijk. Maar jammer genoeg is zulke overlast eigenlijk onvermijdelijk, maar we moeten uiteraard proberen om dit zoveel mogelijk te beperken, zonder het kind met het badwater weg te gooien en alle mogelijke ontmoetingsplaatsen te sluiten. Zeker in een stadscentrum weet iedereen dat er cafés, restaurants, pleintjes,… zijn waar je eventueel wat last van kan ondervinden.
Daarnaast vinden sommige mensen het nodig om in brievenbussen te plassen, buurtbewoners aan te vallen of erger nog. Dit soort overlast kan je absoluut niet aanvaarden en daar moet je tegen optreden.
Een goed uitgaansbeleid moet dus tegelijk de menselijke contacten stimuleren, de overlast zoveel mogelijk beperken en het niet-tolereerbare gedrag van enkelingen aanpakken.
Het gewoon sluiten van een café is te drastisch. Je verbiedt toch ook de auto niet omdat er soms ongelukken gebeuren?
Als je kijkt wat het stadsbestuur deed bij café Blackout en den Blompot, dan zie je dat de reactie daar zwaar overdreven was. Het wanhopige stadsbestuur besliste gewoon om de cafés te sluiten (of ermee te dreigen), en straft zo niet de echte overlastveroorzakers, maar de uitbaters en honderden onschuldige jongeren die zich gewoon af en toe willen amuseren.
Wat kan de stad dan wel doen?
Er moet gewerkt worden op 3 sporen:
- ontmoetingen stimuleren
- overlast zoveel mogelijk beperken
- ontoelaatbaar gedrag streng aanpakken.
Het stadsbestuur kan vanalles doen om te vermijden dat Ninove een stomme slaapstad van Brussel wordt vol appartementen, waar weinig te doen is en mensen gewoon komen slapen om in Brussel te gaan werken. Met heel wat kleine maatregelen over de verschillende beleidsdomeinen kan je dat aanpakken:
- pleintjes inrichten met groen en banken
- kleine sportterreintjes en speelpleinen
- ondersteunen van verenigingsleven en allerlei buurtinitiatieven
- buurtwerkers
- afschaffen van de terrasjestaks
- sociale mix in woonbeleid
- een uitgebreide uitleendienst
- …
Dergelijke maatregelen moet je zowel in het stadscentrum als de deelgemeenten nemen.
Waarom wachten tot het jeugdhuis wordt afgekeurd omwille van te weinig brandveiligheid als je je al jaren bewust bent van het probleem? Waarom geen extra jeugdhuis in Ninove-centrum of bijvoorbeeld Appelterre, Outer of Voorde?
Ook om de overlast zoveel mogelijk te beperken, kan je als stadsbestuur veel meer doen.
- Waarom geeft de stad de cafés geen advies of subsidies voor geluidsisolatie?
- Waarom geen structureel overleg organiseren tussen uitbaters, politie, jeugdraad, klanten en buurt? Een beetje overleg en wederzijds begrip kan soms wonderen doen. Zo ontdekten we met de carnavalverenigingen van het stratenfeest aan den Blompot bijvoorbeeld dat we de geluidsoverlast enorm konden beperken door onze muziekwagens enkele meters te verplaatsen zodat het geluid niet meer rechtstreeks in de Sint-Jorisstraat terecht komt. Een wel zeer kleine moeite voor de carnaval verenigingen, een wereld van verschil voor de omwonenden.
- Waarom geen openbaar toilet op plaatsen waar er regelmatig veel volk wordt verwacht? Waarom maar twee plaspalen bij het carnavalsfeest in de Koepoortstraat?
Het gedrag van enkele uitzonderingen moet worden aangepakt. Sommige zaken kan je gewoon niet tolereren en hebben niets met amusement te maken. Je moet overlast aanpakken met preventie én repressie.
Met een sensibiliseringscampagne kan je jongeren duidelijk maken dat bepaalde zaken echt niet kunnen. Door de sluiting van Blackout, de infovergadering die den Blompot met zijn klanten hield en de facebookgroep is het intussen duidelijk voor de meeste jongeren dat het menens is en dat wij wat meer moeite zullen moeten doen om respect te tonen voor de buren. De jeugd van Ninove kan zelf overtreders aanspreken op hun gedrag.
Daarnaast moeten er meer controles zijn. De kans dat je als wildplasser ‘s nachts in Ninove-centrum wordt betrapt is nagenoeg onbestaande. Het is te duur om het aantal politiepatrouilles fors op te drijven, maar onze stad kan net als vele andere steden investeren in eigen stadswachten. Dergelijke stadswachten en de nodige politie-aandacht (al dan niet in burger of in carnavalskostuum) kunnen in combinatie met een aantal veiligheidscamera’s (op een aantal plaatsen waar het echt nuttig is, naar het voorbeeld van Tobback in Leuven) zorgen dat je overlastveroorzakers bij de kraag kan vatten.
Uit andere steden is het duidelijk geworden dat je met administratieve sancties ook heel wat kan bereiken. Gevatte daders krijgen zo binnen de 2 weken hun sanctie in de bus, wat veel beter is dan een gerechtelijke procedure die makkelijk pas een jaar na datum plaats heeft. Alle criminologische studies wijzen er op dat de termijn tussen overtreding en bestraffing zo klein mogelijk moet zijn om het gedrag van de gestrafte zoveel mogelijk te veranderen.
En eens het duidelijk is dat er een realistische pakkans is én dat er boetes op volgen, dan zal dit soort ontoelaatbare overlast al snel verminderen.
door lieven@lievenmeert.be, op 31.05.11 Noot vooraf: Het is niet mijn gewoonte om mensen persoonlijk aan te vallen en ik wil daar ook geen gewoonte van maken. Maar dit is zo ver de grenzen van alle fatsoen voorbij dat we na overleg toch beslisten om dit publiek te maken. Hopelijk moet dit in de toekomst niet meer gebeuren.
Na het overlijden van sp.a-gemeenteraadslid André Stevens begin mei kwam een plaatsje vrij in de Raad van Bestuur van de Ninoofse sociale huisvestingsmaatschappij Ninove-Welzijn. Kort na het overlijden van André pikte schepen Van Eeckhout (CD&V) op slinkse wijze het zitje van Stevens in en zette op die manier de familie Stevens, de socialistische beweging en zelfs zijn coalitiepartner VLD een hak. Door dit manoeuvre heeft CD&V immers het overwicht in de Raad van Bestuur en verliest VLD na de stadsdienst openbare werken (AGB DN) ook Ninove-Welzijn aan Van Eeckhout.
Hier het uitgebreide verhaal:
sp.a-gemeenteraadslid André Stevens is al verschillende jaren aandeelhouder van de Ninoofse sociale huisvestingsmaatschappij Ninove-Welzijn. Hij kocht deze aandelen van Hector Viaene, een beroemd Ninoofs socialist, die ze dan weer via de socialistische coöperatieve verkreeg. André zit met deze aandelen uit de socialistische beweging niet enkel in de Algemene Ledenvergadering, maar ook in de Raad van Bestuur van Ninove-Welzijn en kan zo mee het beleid bepalen van deze sociale huisvestingsmaatschappij.
Naast André zijn er nog verschillende andere privé-aandeelhouders, uit zowel katholieke als liberale Ninoofse kringen. Maar de twee grootste aandeelhouders van Ninove-Welzijn, dat zijn de stad Ninove en de provincie die elk ongeveer 45% van de aandelen bezitten.
Volgens de statuten van de vennootschap bestaat de Raad van Bestuur uit 11 leden: 5 leden aangeduid door de Stad Ninove, 1 lid aangeduid door de provincie Oost-Vlaanderen en 5 leden aangeduid uit de privé-aandeelhouders. Een bonte verzameling, grofweg bestaand uit 5 mensen van liberale signatuur, 4 mensen van CD&V signatuur, 1 LDD’er en de sp.a’er André Stevens. Een licht overwicht dus voor de liberalen die samen met André de meerderheid in de Raad van Bestuur hebben.
Maar op 3 mei overlijdt socialist André Stevens. André was een enorm warme persoonlijkheid, alom bekend en geliefd. Een links hart van goud! Gans socialistisch Ninove in rouw en geen haar op ons hoofd dat in die dagen aan Ninove-Welzijn dacht.
Dat was buiten de waard gerekend. Op de eerste Raad van Bestuur na het overlijden (18 mei) bleek er immers iemand als de kippen bij om André’s plaatsje in te pikken. De genaamde Freddy Van Eeckhout, een Okegemse gepensioneerde post-medewerker die tegenwoordig zijn tijd vult in de immobiliën en het Ninoofs schepencollege waar hij als eerste schepen bevoegd is voor, hou je vast, ruimtelijke ordening, patrimonium, cultuurpatrimonium, economische zaken, sociale woningbouw, bevolking, burgerlijke stand, begraafplaatsen, informatie, public relations en landbouw, wist uiteraard dat André was overleden en had enkele privé-aandelen overgekocht van een bevriend CD&V’er. De agenda voor die vergadering van de Raad van Bestuur die wordt opgemaakt door voorzitter Octaaf Van Ongeval (CD&V) en die geruime tijd voor de vergadering wordt opgestuurd, werd zeer vaag gehouden, zodat de andere leden van de Raad van Bestuur totaal uit de lucht vielen toen Van Eeckhout plots aandeelhouder bleek te zijn, en meer nog, er ter zitting plots een brief werd bovengehaald waarin hij zich kandidaat stelde om het vrijgekomen plaatsje van André Stevens in te vullen. Enkele wakkere VLD’ers probeerden de beslissing uit te stellen, onder andere om de andere privé-aandeelhouders zoals de nabestaanden van André ook op de hoogte te brengen en hen de kans te bieden om zich ook kandidaat te stellen. Maar niet iedereen op de Raad van Bestuur bleek even wakker en dus ging de vrije plaats op een schaamteloze manier naar Freddy Van Eeckhout. Hij werd als enige kandidaat aangesteld als bestuurder van Ninove-Welzijn.
Zulke aanstelling door de Raad van Bestuur moet bekrachtigd worden door de Algemene Vergadering, die statutair is vastgelegd op de laatste donderdag van mei om 19u. 26 mei dus. Die vergadering moet statutair trouwens minstens 15 dagen op voorhand worden aangekondigd aan de verschillende aandeelhouders.
Daar hadden de aandeelhouders die intussen gealarmeerd waren door de schandalige praktijken van Van Eeckhout dus de kans om de bekrachtiging van zijn aanstelling niet te stemmen, zodat de andere aandeelhouders, zoals de nabestaanden van André, zich ook konden kandidaat stellen. VLD kon de vergissing van een aantal van hun liberale vrienden in de Raad van Bestuur dus gemakkelijk rechtzetten. De provincievertegenwoordiger in de Algemene Vergadering is immers Caroline De Padt (dochter van) en de stadsvertegenwoordiger Ninoofs VLD-voorzitter Alain Triest. Samen goed voor ongeveer 90% van de stemmen.
Maar de VLD besloot de laatste uren voor de vergadering om toch Freddy Van Eeckhout te steunen en de aanstelling te bekrachtigen in de Algemene Vergadering, ook al is deze niet statutair bij elkaar geroepen (de uitnodiging werd pas op 19 mei verstuurd, dus geen 15 dagen op voorhand, en de vergadering begon al om 18u en dus niet op de statutair voorziene 19u). Op deze manier geeft VLD nu ook het overwicht in Ninove-Welzijn aan CD&V.
Mijn mening over dit triest verhaal: Waar haalt Van Eeckhout het lef vandaan om zo kort na de dood van André politiek voordeel te willen halen uit dit overlijden? Geen greintje respect voor de nabestaanden, en dat voor iemand die bij de vorige verkiezingen campagne voerde met de slogan ‘Respect voor U vandaag en morgen’. Dit is er ver over! Als dat de manier is waarop in Ninove aan politiek gedaan wordt, dan begrijp ik waarom er nog nauwelijks jonge mensen gemotiveerd zijn om zich in te zetten voor de politiek. We overwegen trouwens om te zien of we via de rechtbank de beslissing van de Algemene Vergadering kunnen laten nietig verklaren (omdat niet alle aandeelhouders dezelfde rechten kregen). Al zal dit waarschijnlijk weinig zoden aan de dijk brengen als de VLD bij een volgende Algemene Vergadering dan toch weer gewoon Van Eeckhout achterna holt.
Ik vraag me trouwens af waarom coalitiepartner VLD Van Eeckhout steunt in dit respectloze spelletje. VLD laat zich zo immers voor de zoveelste keer rollen door Van Eeckhout en geeft Ninove-Welzijn in handen van CD&V.
Tot slot: waarom stapt een mens eigenlijk in de politiek? En is dit het allemaal wel waard? Kan je echt niet aan politiek doen zonder dit soort spelletjes?
door lieven@lievenmeert.be, op 26.05.11 Sinds 2004 hebben we in Ninove een stadsdichter. Je kan er wat lacherig over doen, maar eigenlijk is dit idee van Rozemie Steyaert, toenmalig Groen!-gemeenteraadslid echt wel goed. Het brengt poëzie wat dichter bij de mensen, laat Cultuur met de grote C in contact komen met de werkelijkheid en versterkt tegelijk de band tussen de stad en haar inwoners.
Op gedichtendag 2004 werd Willie Verhegghe aangested als stadsdichter omwille van de kwaliteit van zijn verschenen werk, zijn sociaal engagement en zijn uitstraling binnen de wereld van dichters en schrijvers. Hij schreef al een 25-tal dichtbundels over en voor mentaal gehandicapten, tegen de oorlog, over de mijnramp in Marcinelle en vooral over de wielrennerij. Willie Verhegghe is zowat de belangrijkste koersdichter in ons taalgebied wat zeker niet onbelangrijk is voor de stad waar de schoonste koers ter wereld eindigt. Iemand om fier op te zijn uit een stad om fier op te zijn.
NINOVE, EEN ODE
De Dender scheurt en schuurt je middendoor
en in de vele zwartgeschubde vissen jaagt
het bloed dat door Filips van Valois met zwaard
en lans en pijl binnen je muren werd vergoten.
Maar je bleef trots en stout,een stad
die zich koestert in haar jas van oude stenen
en warmt aan het zwavelgeel uit de fabrieken
of het licht dat in gloeilampen werd gevat.
Je poorten blijven op de wereld openstaan,
je bier is honing voor de droogste keel
en één dag in het jaar schrijven renners op je asfalt
met hun zweet geschiedenis,een feest van kracht.
En als de avond valt en het duister
van de nacht je torens tart zingen monniken
in hun slapende abdijruïnes een lepradokter
naar de hoge wolken van het heldendom.
Willie Verhegghe, 2004
door lieven@lievenmeert.be, op 19.05.11 Al enkele maanden ga ik regelmatig de boer op met enkele sp.a’ers in de Ninoofse deelgemeenten. Eerst kwamen Lieferinge en Neigem aan de beurt en sinds enkele weken hangen we aan de Outerse deurbellen, telkens met dezelfde vraag: wat zou u graag verbeterd zien in uw dorp?
Het is immers heel gemakkelijk om van achter de laptop een partijprogramma te schrijven, maar om een goed idee te hebben van wat de mensen écht willen, moet je het hen eerst gaan vragen. Daarom hebben we met sp.a Ninove het idee opgevat om in de laatste twee jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen de mening van de mensen te gaan vragen. Niet discussiëren of ons gedacht opdringen, maar gewoon vragen en vooral luisteren. Nadien vatten we die resultaten dan samen per deelgemeente en houden we daar rekening mee wanneer we ons verkiezingsprogramma per dorp opstellen.
De antwoorden verschillen natuurlijk sterk van persoon tot persoon én van dorp tot dorp, maar toch zijn er al een aantal vaststellingen te maken:
- Zowel in Lieferinge, Neigem als Outer klagen de inwoners over verkeersveiligheid, te snel rijdende wagens, te weinig voet- en fietspaden of een gebrekkig onderhoud ervan.
- Er is in Lieferinge en Neigem nood aan een speelpleintje voor de kinderen.
- De laatste jaren kwamen heel wat nieuwe, vaak jonge, gezinnen in Lieferinge wonen. Sommige inwoners hebben hierdoor het gevoel dat ze hun dorpsgenoten minder kennen. Bij velen was er de wens om meer sociale contacten in hun dorp. Het buurtcomité dat oa. het sinterklaasfeest organiseert is een heel goed initiatief. Er is zeker vraag naar meer van zulke initiatieven. Ook in Neigem leeft een soortgelijke vraag.
- Vele inwoners vragen om meer betrokkenheid, overleg en participatie bij het gemeentelijk beleid. Het idee leeft sterk dat de deelgemeenten soms uit het oog worden verloren door het beleid en dat er té veel aandacht naar de stadskern gaat. Zo zijn er in de deelgemeenten nog heel wat straten niet aangesloten op het rioleringsnetwerk.
- Zwerfvuil is een probleem op heel wat plaatsen en wordt onvoldoende aangepakt.
De resultaten zijn niet altijd verrassend, maar daarom niet minder interessant. Het leert ons dat mensen écht niet bezig zijn met grote prestigeprojecten, maar vooral met hun eigen buurt: Wordt mijn straat goed onderhouden? Kunnen mijn kinderen veilig de straat op? Voel ik me goed bij mijn buren?
door lieven@lievenmeert.be, op 11.05.11 De secretaris en ontvanger zijn de twee leidinggevende ambtenaren van het OCMW. Vroeger werden deze in de praktijk voor het leven benoemd en werden die nadien nooit meer geëvalueerd. Sinds de invoering van het nieuwe OCMW-decreet in juli 2009 werden de OCMW’s echter verplicht om deze twee mensen regelmatig te evalueren. Het Ninoofs OCMW deed dit nog steeds niet en daarom vroeg ik vorig jaar om deze procedure in gang te zetten. De OCMW-meerderheid antwoordde toen dat dit geen prioriteit was. Nu ook de stad Ninove haar secretaris en ontvanger evalueert, was het moment gekomen om deze vraag nog eens te stellen.
We zijn immers allemaal mensen, hebben goede en minder goede punten en kunnen we bijleren. Daarom kan de feedback die deze twee leidinggevende krijgen enkel nuttig zijn voor de werking van het OCMW. Als hun evaluatie zeer gunstig is, hebben deze twee mensen trouwens recht op een managementtoelage. Niet dat ze niet genoeg verdienen, maar een extraatje als ze hun werk zeer goed doen, kan natuurlijk geen kwaad.
Bovendien worden alle OCMW-personeelsleden geregeld geëvalueerd en dus is het maar normaal dat hetzelfde geldt voor de twee absolute topambtenaren. Ook politici worden trouwens af en toe geëvalueerd door de kiezers. En dat is maar goed ook.
Tenslotte is het een wettelijke verplichting sinds de invoering van het nieuwe OCMW-decreet in juli 2009. De wet vermeldt geen termijn waar verwijst naar de stedelijke rechtspositieregeling die bepaalt dat deze evaluatie om de twee jaar moet gebeuren. De deadline is dus juli 2011 en zal het Ninoofs OCMW niet halen.
De vraag blijft dus waarom het OCMW zo treuzelt met deze evaluaties. Toen de stad vroeg om de evaluatieprocedures van stads- en OCMW-secretaris en ontvanger samen te doen om kosten en moeite uit te sparen, ging het OCMW daar niet op in. Onbegrijpelijk. Het was blijkbaar echt wel geen prioriteit. Maar de geesten zijn intussen blijkbaar wat gerijpt want de OCMW-voorzitter beloofde als antwoord op mijn vraag om de procedure in gang te zetten nadat de OCMW-rechtspositieregeling is afgewerkt. Ik hoop dat ik er hem deze zomer niet moet aan herinneren.
door lieven@lievenmeert.be, op 02.04.11 Iets meer dan 4 jaar geleden dropten de trawanten van Guy D’Haeseleer een bom in onze brievenbus. Toevallig een week voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 liet hij alle Ninovieters weten dat er in Ninove een heuse moskee zou komen. Het Vlaams Belang-krantje (toen durfde de man het nog aan de naam van zijn partij te gebruiken) met de minaretten op de cover sprak van een schande. Er was immers een vzw opgericht die zich tot doel had gesteld een moskee op te richten. Sindsdien probeert D’Haeseleer al jaren, met succes, om dit dossier onder de aandacht te houden om electorale redenen.
Omdat de informatie die D’Haeseleer met zijn fijngevoelige persberichten op zijn zachtst gezegd nogal gekleurd is, ging ik eens een kijkje nemen in dat dossier. Wat is er juist aan de hand?
vzw Barmhartigheid
De vzw ” islamitisch cultureel centrum Barmhartigheid-Arrahma” werd in 2006 opgericht met als doel: islamitische eredienst, educatieve, sportieve en culturele activiteiten organiseren zoals: cultuurlessen, taallessen, bijlessen voor jongeren met leerproblemen, bestrijding van analfabetisme,… Deze info vind je hier terug in het Staatsblad.
Deze vzw verzamelde in de jaren nadien middelen bij leden en sympathisanten en kocht daarmee een huis op de Edingsesteenweg, waar deze mensen onderdak konden vinden voor hun activiteiten: vorming voor kinderen en een islamitsisch centrum. De vzw kocht dit huis dus zelf, zonder overheidstussenkomst (in tegenstelling tot de kerk bijvoorbeeld). Er is trouwens een verschil tussen een echte moskee, waar de mensen hoofdzakelijk komen om te bidden, die erkend is door de moslimexecutieve en middelen van de overheid krijgt, en een ‘islamitisch centrum’, waar hoofdzakelijk niet-religieuse activiteiten gebeuren.
De eerste en tweede aanvraag
Omdat ze naast de lessen en activiteiten ook af en toe gebedsdiensten willen organiseren, is het verplicht om een stedenbouwkundige vergunning aan te vragen als plaats voor erediensten. Ook al zou het niet gauw iemand opvallen dat mensen binnen in huis bidden, hield deze vzw zich strict aan de regels en deed een aanvraag bij de dienst ruimtelijke ordening van de stad Ninove. Hiervoor is ook een openbaar onderzoek nodig. Je weet wel: er hangt dan zo’n gele affiche aan de straat en dan heeft iedereen 30 dagen te tijd om de aanvraag te gaan inkijken en bezwaarschriften in te dienen.
De vzw Barmhartigheid deed sinds 2009 twee aanvragen. De eerste werd geweigerd omdat de gele affiche niet tijdig was omhooggehangen en de tweede trok de vzw zelf in omdat er onder andere problemen zouden kunnen zijn met de brandveiligheid in het gebouw en ze eerst de plannen wilden aanpassen. Intussen had D’Haeseleer natuurlijk ook al gemobiliseerd, gekleurde persberichten de wereld ingestuurd, petities georganiseerd… en zelfs een paar gratis vaten gegeven om te vieren dat de vergunning werd geweigerd.
Derde keer, goeie keer?
De vzw nam een architect onder de hand die de plannen aanpaste en deed onlangs een derde aanvraag. De vzw wil het gebouw brandveiliger maken en parkeerplaatsten voorzien om het huis en het aanpalende zaaltje geschikt te maken om er “vorming voor minderjarigen te voorzien en gebedsmomenten te organiseren”. De bijlessen voor de kinderen zouden plaatsvinden op woensdagnamiddag en zaterdagvoormiddag. Op vrijdagmiddag wil men een gebedsdienst organiseren. Dit duurt zo’n drie kwartier en gaat door rond de middag en zou maximum 30 bezoekers aantrekken. Daarnaast is het gebouw beschikbaar om er voor de mensen die dat willen 5 maal daags te komen bidden. Ook hier zou de opkomst vrij beperkt zijn. De vzw verwacht dat er overdag in het gebouw maximum 10 mensen zouden aanwezig zijn.
Het openbaar onderzoek naar aanleiding van deze aanvraag is sinds deze week afgelopen en D’Haeseleer verzamelde 2183 identieke bezwaarschriften, met volgende bezwaren van het VB:
-Parkeerproblemen: er zijn maar 7 parkeerplaatsen voorzien
-lawaaioverlast bij het binnen en buitengaan van het gebouw
-het gebouw en de zaal zijn niet brandveilig genoeg
-daling van de waarde van de omliggende huizen
-dit hoort niet thuis in een woongebied
Naast de bezwaarschriften, zijn er ook een aantal wettelijk verplichte adviezen in het dossier:
-Een gunstig advies van de brandweer: het gebouw is brandveilig tot 99 personen op het gelijkvloers en 49 personen op de eerste verdieping.
-dienst mobiliteit van de stad: ongunstig advies wegens te weinig parkeerplaatsen (slechts 7 voorzien in het plan).
-Vlaams agentschap wegen en verkeer: gunstig advies. Dit advies is nodig omdat de Edingsesteenweg een gewestweg is.
-dienst milieu van de stad. Ongunstig advies omdat er een beplantingsplan voor een groenscherm ontbreekt.
Mijn reactie:
7 parkeerplaatsen is niet overdreven veel, maar die zouden enkel op vrijdagmiddag gedurende een uurtje worden gebruikt. Op dat moment zijn er op de Edingsesteenweg zelf (en vlakbij op de parking van de St-Theresiakerk) voldoende plaatsen. Tenslotte gaat het maar om maximaal 30 personen waarvan een groot deel ongetwijfeld te voet of met de fiets zal komen. Inzake mobiliteit geeft de stad negatief advies maar het Vlaams gewest geeft positief advies.
Brandveiligheid is na de aanpassingen gemaakt door de architect van de vzw geen punt meer. Positief advies van de brandweer voor een hoeveelheid mensen die 5 keer groter is dan de verwachte hoeveelheid volk. Wel zeer attent van D’Haeseleer om zich zorgen te maken om de brandveiligheid van deze moslims.
Het negatief advies van de dienst milieu is belachelijk: er ontbreekt een beplantingsplan voor een groenscherm! Maw. de vzw vergat aan te geven welke haag of bomen ze voor die garage gaan zetten. Zo hallucinant dat zelfs D’Haeseleer er niet aan dacht om het in zijn bezwaarschrift te zetten.
Het bezwaar van het VB dat een gebedsplaats niet zou thuis horen in een woongebied, is ridicuul: staan er dan geen kerken in woongebied? Waar hadden ze het dan wel gewild? Industriegebied? In de Ninia?
En lawaaioverlast bij het binnen en buitengaan van max 30 mensen? Tja, als dat een argument is, dan moeten we veel verbieden. Bvb het partijbestuur van het VB.
Los van de aanvraag en het proceduregedoe
Verder: er is in België gelukkig zoiets als de grondwet en de vrijheid van godsdienst: iedereen heeft het recht zijn godsdienst te belijden. In ben zelf zeker geen godsdienstfanaat maar vind, net zoals de grondwetgever, wel dat mensen het recht moeten hebben om te geloven. D’Haeseleer moet stoppen met de mensen wijs te maken dat hij die gebedsplaats kan tegenhouden: ooit zal hij geen procedure-opmerkingen meer kunnen maken en komt die er toch. D’Haeseleer, stop met je rondje “allochtonen-pesten” om stemmen te winnen!
Verder vind ik dat mensen die uit het Brusselse naar Ninove komen wonen, zich moeten integreren in de Ninoofse samenleving. Daarom moet er alles aan gedaan worden om hen Nederlands te leren en te betrekken in het verenigingsleven en anderzijds verwachten we van de nieuwkomers inspanningen. Net als iedereen moeten ze de wetten respecteren, zich inspannen op school, op het werk en actief moeite doen om Nederlands te leren en te spreken.
Persoonlijk zie ik ook de positieve kanten van deze islamitische organisatie in onze stad. Het kan de informatiedoorstroming met het beleid verbeteren en zal via de bijlessen voor kinderen zeker ook kunnen bijdragen tot het geluk en de welvaart van die kinderen en tot de integratie van moslims. De goedkeuring van die vergunning zou ook een positief signaal zijn naar de moslimbevolking: ook zij wonen in Ninove! In een interview op de regiobladzijden van het Nieuwsblad van 2006 geeft de voorzitter van de vzw Barmhartigheid Mimoun El Hammoudi trouwens aan dat het hoofddoel van hun vzw het bevorderen van de integratie is. Het bijzonder interessant interview lees je hier.
Hak de knoop door
Tot slot een warme oproep aan politiek Ninove: geef de vzw Barmhartigheid de vergunning, hak die knoop door en maak van de nood een deugd: werk samen met hen om de integratie van moslims in onze stad te bevorderen. Of electoraal vertaald: ga voor de korte pijn, neem die beslissing nu, D’Haeseleer zal 2 maand van zijn tamtam maken, nadien zullen de mensen merken dat die vzw helemaal zo slecht niet is en het zal je in 2012 geen stem extra kosten.
door lieven@lievenmeert.be, op 16.03.11 Interessant artikel in De Morgen door Ninovieter Ferdi De Ville:
Eindelijk debat over Europa! Of niet? niet?
De voorbije week werd er in onze media ‘plots’ een debat gehouden over de richting die Europa sociaaleconomisch uit moet. Kathleen Van Brempt (sp.a) veroordeelde de conservatieve Europese plannen van Angela Merkel en de Commissie die het einde van ons sociaal stelsel inluiden en klaagde aan dat onze federale regering op deze te laks en te laat had gereageerd. ACV-voorzitter Luc Cortebeeck sloot zich aan bij de inhoudelijke kritiek, maar was milder voor de regering en riep op om niet tegen Europa te schelden, maar alternatieven naar voor te schuiven. Zondag ging het hoofddebat van De zevende dag hier zelfs over.
Politieke sinterklaas
Er wordt gediscussieerd over welke richting Europa uit moet. Eindelijk. Jarenlang was België het land van de ‘permissieve consensus’. Wat Europa deed was per definitie goed, tenzij het handig uitkwam om voor een onpopulaire maatregel de schuld op Europa te schuiven. Maar een debat over welk beleid Europa moet houden, werd nooit gevoerd. Nu het in Europa gaat over welke maatregelen moeten worden genomen om de toekomst van de eurozone te redden, lijkt zulk debat wel op gang te komen.
Of toch niet?
Toen kwamen Dirk Sterckx (Open Vld) en Jean-Luc Dehaene (CD&V) echter verduidelijken dat het eigenlijk niet om een keuze gaat. De hervormingen (hogere pensioenleeftijd, wijziging indexmechanisme, loonmatiging, etc.) die worden voorgesteld zijn onvermijdelijk. Ze zijn nodig om onze ‘competitiviteit’ te bewaren. Als onze eigen politici dat niet onder ogen durven zien, dan moet Europa het opleggen. Wie dat bestrijdt, of alternatieven naar voor schuift, is een populist, luidt het.
Op die manier gaat het deksel weer op het debat. Daarmee doet competitiviteit dienst als een politieke sinterklaas voor volwassenen. Als we niet braaf zijn (pijnlijke hervormingen doorvoeren) dan krijgen we de roe. Zulke stoute meneer inroepen is nu eenmaal makkelijker dan uitleggen waarom bepaalde maatregelen goed of slecht zijn. Wel, weg daarmee.
Graag wil ik bij deze een pact sluiten tegen het vermaledijde woord ‘competitiviteit’. Met al onze journalisten. Of althans een welwillende coalitie onder hen. Anders dan het ‘pact voor competitiviteit’ is het simpel en ondubbelzinnig. Het bevat slechts één regel: ‘Vanaf heden zal ik telkens wanneer een respondent het woord competitiviteit gebruikt hem of haar vragen dit te definiëren’.
Er zijn van die woorden die plots opduiken in ons taalgebruik en dan door iedereen te pas en te onpas worden gebruikt. Competitiviteit raakte bij ons vooral in gebruik sinds de Lissabon Strategie in 2000 van de EU ‘de meest competitieve economie ter wereld’ wou maken. Sindsdien lijkt competitiviteit de maatstaf van alle dingen des politiek geworden.
Maar wat wil competitiviteit zeggen? De gebruikers van de term lijken er in essentie mee te bedoelen dat de dingen die wij hier maken in het buitenland verkocht moeten raken. In die redenering moeten onze lonen omlaag. Onze pensioenleeftijd moet omhoog, want te vroege pensioenen zorgen voor teveel extra loonlasten. Wat competitiviteit dus eigenlijk wil zeggen is dat onze arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming hier niet beter mogen zijn dan elders. Maar wat zijn optimale arbeidsvoorwaarden, wat is een correcte pensioenleeftijd? Zijn dat luxe ‘ideologische’ discussies, of net de onderwerpen bij uitstek waarover onze politieke debatten zouden moeten gaan? Moet competitiviteit echt de finale doelstelling van beleid zijn? En hoever gaan we daarin, tot Chinese toestanden?
En daarmee komen we opnieuw bij Europa uit. De links-rechtsdiscussie die momenteel woedt over welke economische koers de EU moet varen zou heel gunstig kunnen zijn voor de Unie. Het is een teken dat de EU als politiek project tot wasdom is gekomen. Er wordt nu gekozen voor een ‘rechtse’ koers. Dat is politiek logisch, de overgrote meerderheid van regeringen in Europa en Europarlementsleden is rechts. Als binnenkort blijkt dat te grove besparingen nefast zijn geweest en afbouw van onze welvaartsstaat door de mensen wordt beklaagd, dan kunnen zij deze partijen daar bij verkiezingen de rekening voor presenteren. Of als het goed uitdraait, voor belonen. Als het wordt voorgesteld als een niet-onderhandelbare noodzaak of een Europees/Duits dictaat, kan dit bij mislukking enkel uitmonden in antipolitieke en/of Eurosceptische reacties. Laten we het debat dus blijven voeren. Aan de ‘Europese meerderheid’ om beter, duidelijker en vooral eerlijker uit te leggen waarom ze welke maatregelen willen nemen. Als ze zich verstoppen achter holle frasen als ‘competitiviteit’, aan journalisten om hen het vuur aan de schenen te leggen. En aan de Europese oppositie om alternatieven naar voor te schuiven.
Ferdi De Ville
door lieven@lievenmeert.be, op 04.03.11 Drie jaar al zit ik intussen in de Ninoofse OCMW-raad en het moet gezegd: het is er goed toeven. De sfeer is gemoedelijk. Er wordt naar elkaar geluisterd en soms worden er zelfs mensen overtuigd. Het is overdreven om te zeggen dat er geen grens is tussen meerderheid en oppositie maar er wordt wel samen gezocht naar de beste oplossingen voor het OCMW. Af en toe geeft de oppositie natuurlijk (terechte) kritiek op de beslissingen van de meerderheid maar die verbale discussie’s blijven al bij al vrij braaf en worden nadien bijna altijd verdronken in een mengsel van schuimwijn en hapjes. Inderdaad, na bijna elke raad is er wel een traktatie van één van de raadsleden voor een verjaardag, een geboorte, een honderste raadszitting als voorzitter, een afscheid, een verwelkoming,….
Maar dan plotsklaps komen 50 personeelsleden de raad bijwonen. Ondanks het feit dat de zittingen van de OCMW-raad openbaar zijn, gebeurt het eigenlijk nooit dat er publiek is. Op de drie jaar dat ik in de OCMW-raad zit, welgeteld één keer: gisteren. En de gevolgen waren wel heel merkbaar:
Renaat Raes van het Vlaams Belang verwees naar een voorstel dat hij zogezegd deed, maar in werkelijkheid ging het om een meerderheidspunt waar hij toen tegen stemde. Hij vergat er echter wel bij te zeggen dat zijn twee fractieleden het standpunt van de meerderheid wel deelden.
De voorzitter die vrij plechtig de vergadering officieel opende.
De Vlaams Belanger die de kant van de vakbonden kiest en even vergat dat zijn partij eigenlijk tegen de vakbonden is en hen rechtspersoonlijkheid wil geven om zo het stakingsrecht de facto af te schaffen.
Ik die veel zenuwachtiger was dan anders.
De immer minzame voorzitter die dreigde om iemand uit de zaal te laten evacueren door de politie.
Zo’n publiek brengt dus wel sfeer. Ze mogen nog komen!
door lieven@lievenmeert.be, op 19.02.11 Op donderdag 17 februari verbraken we het wereldrecord regeringsvorming en ‘versloegen’ we Irak. Uitgerekend op die dag gaf voormalig koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte een gastles aan studenten van prof. Devos van de UGent.
Tijdens dat gastcollege aan de Universiteit Gent kwam hij nog even terug op zijn voorbije periode als Koninklijk Bemiddelaar. Hij stelde er dat alle zeven partijen serieus hebben geïnvesteerd en hun best hebben gedaan om een akkoord te bereiken. Inhoudelijk is er een immense vooruitgang geboekt als we vergelijken met 2007, maar men krijgt het nu niet tot een geheel afgerond.
Daarnaast wierp hij een blik op de toekomst.
Zo is het duidelijk dat de partijen rond de tafel moeten opletten voor een te defensieve houding. Dat leidt misschien wel tot beperkte nederlagen, maar zelden tot grootse overwinningen.
De onderhandelingen kunnen vooruit geraken als er een stabiel eindpunt in zicht komt. Een Belgische Unie kan zo’n eindpunt worden.
De Belgische Unie bestaat uit vier deelstaten. Ze respecteert zowel de territorialiteit op niveau van de deelstaten als de solidariteit op niveau van de Unie. In zo’n Unie zijn er duidelijke taakstellingen op de verschillende niveaus, is er een afzonderlijke financiële verantwoordelijkheid en zijn er duidelijke regels over hoe de Unie en de deelstaten zich tot elkaar verhouden.
De kerntaken van de Belgische Unie zijn onder andere defensie, buitenlands beleid en ontwikkelingssamenwerking, migratie en asiel, en de financiering van de sociale zekerheid.
Bij de deelstaten komt het er eerst en vooral op aan de bestaande bevoegdheden zoals onderwijs, welzijn, milieu en cultuur te homogeniseren. Daarnaast komen er nieuwe bevoegdheden bij, zoals het volledige economische en werkgelegenheidsbeleid, justitie en het beheer van uitgaven in de sociale zekerheid, waarvoor de middelen objectief toewijsbaar zijn.
Een ruime samenvatting van zijn gastles vind je hier, en de presentatie zelf hier: Gastcollege_VDL.
door lieven@lievenmeert.be, op 31.01.11 Als je je nukkig ingraaft onder de dekens,
wil je eigenlijk zeggen: kom bij me liggen.
Als je de deur achter je dichtslaat en wegrent,
wil je eigenlijk zeggen: kom me toch achterna.
En als je zegt: ‘ik hou van je’
bedoel je: ‘hou je van mij?’
Zie je nou wel dat poëzie nodig is,
want als ik ‘ja’ zou zeggen,
zou dat niks betekenen.
Herman de Coninck
|
|