Waarom politiekers overdrijven

We merken het elke dag tegenwoordig: je komt thuis en je brievenbus zit vol politieke brol: nietszeggende slogans, kaartjes van individuele kandidaten die hopen verkozen te raken, programma- en kandidatenfolders, … Ook het straatbeeld en de facebooktijdlijn wordt vervuild met al dan niet creatieve foto’s.

Weinigen lezen de folders nog, en toch blijven politici ze versturen. Waarom toch?

Ik zat er vandaag op de trein naar Ninove over na te denken, en ik kwam tot volgende conclusie:

Het antwoord is: het prisoner’s dilemma.

Dat dilemma dat bekend is in de speltheorie en de economie beschrijft volgend spel:

Twee daders worden opgepakt door de politie. Wanneer geen van beiden bekend, is er geen echt bewijs en krijgen beiden 2 jaar gevangenisstraf. Bekent 1 van beiden, dan krijgt diegene die bekent 1 jaar straf en de andere 10 jaar. Bekennen ze allebei, dan krijgen ze allebei 5 jaar gevangenisstraf.

In zulke situatie heeft elke verdachte er belang bij om te bekennen. Immers, als de andere bekent, krijgt hij 5 jaar cel als ook hij bekent en 10 jaar als hij niet bekent. Als de andere niet bekent, heeft hij er ook belang bij om te bekennen: hij krijgt immers 2 jaar cel als hij niet bekent en slechts 1 jaar als hij wel bekent. Gevolg: beiden zullen bekennen en ze komen in een situatie terecht die het slechtst is voor allebei.

Wel, campagnevoeren door politici is compleet gelijkaardig.

Als alle partijen gematigd campagne voeren, is de financiële kost die ze moeten betalen vrij laag, de energie die ze er moeten insteken ook vrij laag en heeft geen van de partijen een electorale impact.

Als 1 partij veel campagne voert, en de anderen nauwelijks, dan wint die ene partij de verkiezingen, wat opweegt tegen de extra financiële kost en energie. De andere partijen verliezen de verkiezingen.

Als beide partijen heel veel campagne voeren, dan is hun kost heel hoog, steken ze er vele energie in, creëren ze een afkeer tov politiekers bij de bevolking en is er geen impact op het verkiezingsresultaat.

Nu heeft elke partij er afzonderlijk gezien belang bij om heel veel campagne te voeren. Als de andere dat niet zou doen, wint hij immers de verkiezingen. Voert de andere wel een massale campagne, dan zorgt hij er tenminste voor dat hij de verkiezingen niet verliest. Dus: alle partijen voeren enorm campagne,  en de gevolgen daarvan ziet u tegenwoordig in uw brievenbus, mailbox en op facebook.

Nu hebben partijen wel een wettelijke uitgavenlimiet, om een bovengrens te stellen aan het hier beschreven gedrag. Maar die limiet is zodanig hoog (in Ninove bvb: meer dan 30.000 euro algemene uitgaven per lijst en dan nog eens  2.300 euro maximaal voor elke individuele campagne. Samen dus meer dan 100.000 euro)  dat er in de praktijk geen limiet is.

Op basis van deze theoretische overweging en mijn Ninoofse ervaring, daarom een pleidooi om de uitgavenlimiet te verlagen, zodat politici gedwongen worden met minder middelen campagne te voeren. Het zou hun dwingen om creatiever te zijn, wat enkel in het voordeel is van de kiezers die meer afwisseling in hun brievenbus of straatbeeld zouden krijgen.  En, en dat is belangrijker,  verkiezingen zouden gewonnen worden door politici die het best om kunnen met de budgettaire beperking, wat in budgettair moeilijke tijden als vandaag, goed zou zijn voor het bestuur van onze steden & gemeenten.

Foto: Piet De Langhe

Leave a Reply

You can use these HTML tags

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>