Van informatie- naar communicatiebeleid in Ninove

Bij onze wekelijkse huisbezoeken stellen we met sp.a-groen telkens de vraag wat de mensen zouden doen als ze zelf burgemeester waren van onze wortelstad. Interessante vraag waar we veel uit leren, maar je kan de vraag uitbreiden naar alle beleidsdomeinen, ook de minder bekende. Zo nam ik me voor om eens na te denken over de vraag: wat zou ik doen als ik schepen van informatie was?

Momenteel verzorgt het stadsbestuur haar communicatie via 2 grote kanalen: een aantal websites (www.ninove.be , www.ocmwninove.be, www.agbdn.ninove.be, www.jeugdninove.be, www.politieninove.be ) en het maandelijks informatieblaadje Ninove-info dat in alle brievenbussen valt. Daarnaast hebben de Ninoofse bibliotheek en de jeugddienst een facebookpagina die nogal beperkt actief is.

Op naar interactiviteit

Zowel de websites als Ninove-info zijn allebei voor het allergrootste deel opgebouwd vanuit een top-down-benadering waarbij de gebruiker informatie ontvangt van het stadsbestuur of het OCMW.

Er zijn wel enkele interactieve elementen bijgekomen de laatste jaren. Zo denken we maar aan het handige SIS-systeem van het AGB waarbij burgers meldingen kunnen doorgeven van bvb. putten in de weg of verstopte rioolkolken. Ook kunnen digitale klachten van op de stedelijke websites worden verstuurd.

In mijn ogen moeten we van het huidige informatiebeleid nog meer evolueren naar een echt tweerichtingscommunicatiebeleid waarbij de stadsdiensten niet enkel informatie aan de burgers bezorgen maar waarbij mensen ook hun vragen, opmerkingen of suggesties kunnen doorgeven aan de stadsdiensten.  Die bottom-up-stroom kan zorgen voor een grotere betrokkenheid, participatie en als de politiek dat wil ook inspraak.

Een typerend voorbeeld is het dossier-Den Dollar waar men een mega-rotonde wil aanleggen met een eiland van winkels en huizen in het midden zonder voet- of fietspaden naar dat eiland. Daar werd een hoorzitting met de buurt georganiseerd toen alles al beslist was en er eigenlijk geen ruimte meer was voor aanpassingen. In een modern beleid was men eerst naar de buurt getrokken om de luisteren, deed men dan een eerste voorstel waarna werd teruggekoppeld naar de buurtbewoners om dan te besluiten. Het zou zonder twijfel tot een meer gedragen en waarschijnlijk betere beslissing geleid hebben. Het is naar dit soort participatie dat we moeten evolueren.

Dat kan door de organisatie van luisterzittingen in deelgemeenten en wijken, klassieke ideeënbussen, interactieve websites, gebruik van sociale media  en vooral door ambtenaren zoals buurtwerkers en sociaal assistenten actief in te schakelen in het communicatiebeleid van de stad. Alle medewerkers van stad, OCMW, politie, AGB DN,… kunnen meewerken aan een interactief communicatiebeleid, mits ze daarvoor de gepaste vorming en begeleiding krijgen.  

De communicatieverantwoordelijken van de stad zijn dan eerder de coördinator van het ganse communicatiebeleid en alle ambtenaren werken daar dan aan mee. In een ideale wereld zou elke dienst zijn werking een beetje als een soort ‘winkel’ zien waarbij klantvriendelijkheid  en luisterbereidheid op één staan. Daardoor gaan burgers ook meer geneigd zijn om opmerkingen of suggesties te geven zodat de werking nog meer kan verbeteren. In vele stads- en ocmwdiensten wordt nu natuurlijk al goed gewerkt, maar met wat extra opleiding, begeleiding en coördinatie kan daar meer lijn in worden gebracht.

De doelgroep bereiken

Ik durf te stellen dat we als stad momenteel de verschillende doelgroepen onvoldoende bereiken. Enkele voorbeelden komen me spontaan voor de geest.

Een tijd geleden was er veel communicatie bij de Ninoofse jongeren over het sluiten van twee jongerencafé’s. Op minder dan een week werd spontaan een facebookgroep opgericht door 2 jongeren die meer dan 1100 Ninoofse jongelui kon verzamelen. De facebookgroep van de Ninoofse jeugddienst na verschillende jaren slechts 450 en die van de Ninoofse jeugdraad 160.

Het Sociaal Huis en het OCMW bereiken te weinig de mensen die hen nodig hebben. Het kluwen aan rechten, plichten, instanties is zo complex dat het absoluut noodzakelijk is om dit goed uit te leggen aan de sociaal zwakkeren om hen goed te kunnen helpen. Zo  kunnen in Ninove 200 gezinnen per jaar een gratis energiescan laten doen die hen vertelt met welke eenvoudige maatregelen energie en water kan worden bespaard. Jammer genoeg komen deze energiescans nauwelijks terecht bij de sociaal zwaksten die er het meest nood aan hebben. Omdat ze het systeem niet kennen.

Belangrijk is dus dat de verschillende stadsdiensten zich afvragen wie ze willen bereiken en hoe ze dat dan best doen. Daarvoor zal dan eerst een soort onderzoek of bevraging nodig zijn om te weten hoe ze met de verschillende doelgroepen kunnen communiceren.  En daar zullen heel veel verschillende manieren van communicatie uitkomen. Ninove-info is daar zonder twijfel een van, de stedelijke website ook, maar de ‘one size fits for all’ methode werkt hier zeker  niet. Jongeren bereik je bvb nauwelijks met Ninove-info. Sociaal zwakkeren al evenmin. Stad en OCMW moet hier snel werk van maken: studie maken, doelgroepen vastleggen en hen effectief bereiken.

Leave a Reply

You can use these HTML tags

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>