1 mei

Dit moet zo ongeveer mijn mooiste 1 mei-weekend ooit geweest zijn. 3 mega-feestjes in 1 lang weekend, waaronder een volkovergoten sossenrock waar de sfeer zo goed was dat er zelfs tijdens de stortbuien gedanst werd. Veel volk op de barbecue, een prachtige sp.a-groen-lijst, een zonovergoten wielerkoers en veel kameraden, vrienden en vriendinnen. Een mens zou er melig van worden (ofwel ben ik gewoon heel moe).

 

Bedankt aan alle vrijwilligers, bezoekers en muzikanten! Van een van onze kandidaten kreeg ik nog dit tekstje dat ik jullie niet wil onthouden:

1 mei

1 mei is de dag waarop socialisten door de overwinningen van het verleden te vieren kracht inademen om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan. Het herinnert ons aan wat mogelijk is door moed, doorzettingsvermogen en samenwerking.

Het geef ons vertrouwen en weerbaarheid door ons te helpen beseffen dat wanneer tegenstanders op onze doelen reageren met ‘dat kan toch niet’, dat een teken is dat het goede ideeën zijn. Ooit werd dat ook gezegd over de afschaffing van kinderarbeid, de maximumwerkweek, algemeen kiesrecht, het minimumloon, enz.

Hoe welvarend we vandaag ook zijn, er is meer dan ooit nood aan linkse idealen als rechtvaardige verdeling, inclusie, duurzaamheid en samenhorigheid.

Het aanpakken van die uitdagingen begint voor ons lokaal. Omdat op dat niveau burgers het meest rechtstreeks kunnen voelen dat verandering wél kan is, door er samen aan te werken. Dat een participatief bestuur ‘wél kan’, als het bestuur daar ook echt wil aan meewerken.

En, willen wij de komende maanden bewijzen: dat in Ninove een jonge, verenigd linkse lijst wél de verkiezingen kan winnen om die idealen waar te maken.

‘t is gebeurd!

Op onze algemene ledenvergadering gisteren werden de sp.a-kandidaten voor het progressieve kartel sp.a-Groen goedgekeurd. Katie Coppens, advocate en gemeenteraadslid is bij deze de mooiste lijsttrekker van Ninove (Veerle zal het me vergeven)! Ikzelf zal op de tweede plaats staan en Groen-gemeenteraadslid Wouter Vande Winkel sluit de top 3 af.

 

Samen met de andere gedreven sp.a-Groen-kandidaten (die ik hier in de volgende weken zal voorstellen) willen we opkomen voor een bestuur dat echt luistert naar de mensen. We willen meer aandacht voor inspraak van de bevolking. Dossiers als ‘Den dollar’ hebben duidelijk gemaakt dat je de lokale buurt van in het begin van het proces moet betrekken bij wegenwerken, en niet pas op het einde wanneer alles toch al beslist is. Daarom doen wij al meer dan anderhalf jaar wekelijks huisbezoeken in de deelgemeenten, die niet mogen worden vergeten. We peilen er naar de mening van de mensen zelf: wat kan er verbeterd worden in uw straat, buurt of gemeente. Dat vormt de basis van ons programma.

We willen een nieuwe wind laten waaien door het verouderde Ninoofse politieke landschap. Onze klaprozenactie waarbij we de Ninovieters een zakje klaprozenzaad aanbieden staat symbool voor de kleurrijke vernieuwing die we in het Ninoofse stadsbestuur willen brengen . Met creatieve ideeën en gedragen oplossingen willen wij ervoor zorgen dat Ninove geen saaie slaapstad wordt, maar een stad waar mensen op een aangename manier kunnen samenleven. Een stad is meer dan een verzameling appartementen! Het draait om mensen die nood hebben aan sociale contacten, groen, cultuur, plaatsen om te feesten, zorg,… Daar maken we met sp.a-Groen werk van.

Ook verkeersveiligheid en mobiliteit zijn enorm belangrijk voor ons. Een echt beleid rond fietsmobiliteit ontbreekt in Ninove.  Zo willen we de kleine fiets- en wandelwegen, die de deelgemeenten met elkaar of het stadscentrum verbinden, beter onderhouden. In de stad zelf kan heel wat gebeuren om het fietsgebruik te stimuleren. Overdekte fietsenstallingen zijn bijv. op één hand te tellen.

 

Er bloeit iets in Ninove….

Met ons progressieve kartel sp.a-groen starten we de precampagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober met een bloemenactie. Op het partijblaadje dat de komende dagen in de Ninoofse brievenbussen valt, hebben een dertigtal vrijwilligers dit weekend een zakje klaprozenzaad geniet dat de Ninovieters tot eind mei in hun tuin kunnen zaaien. Het was heel wat werk, maar met de tientallen handen waren de 18.000 zakjes al op 2 halve dagen geniet. Een dikke dankjewel voor al onze vrijwilligers!

sp.a-groen wil een positief alternatief bieden voor de huidige meerderheid. Met onze dynamische jonge ploeg en een gedragen programma willen we vermijden dat Ninove een saaie slaapstad wordt. We willen onze Wortelstad opnieuw laten bloeien. Een stad is meer dan een verzameling appartementen, het gaat ook om mensen die ook nood hebben aan sociale contacten, zorg, groen, plaatsen om te feesten, cultuur,… Onze klaprozenactie staat symbool voor de kleurrijke vernieuwing die wij willen brengen in ons stadsbestuur.

Bij onze huisbezoeken die we intussen al anderhalf jaar doen, merken we terechte vragen van bezorgde inwoners over verkeersveiligheid, voetpaden, fietspaden. De mensen verdienen een antwoord op die bezorgdheden en investeringen mogen daarom niet beperkt blijven tot Ninove-centrum. Ook de deelgemeenten tellen mee! 

We willen dat het stadsbestuur meer luistert naar de mensen: zij kennen hun buurt vaak het best. En die inspraak mag niet beperkt blijven tot de wettelijk verplichte openbare onderzoeken wanneer alles al beslist is. Inspraak is: eerst luisteren naar de mensen, dan een plan opmaken, terugkoppelen en tot slot de gedragen beslissingen uitvoeren.

Armoedebeleid in Ninove

Vorige zondag organiseerden we een geslaagde programmanamiddag met ons sp.a-groen kartel in Ninove. We spraken er onder andere samen met Kurt De Loor over lokaal armoedebeleid in een werkgroep ‘sociale zaken en welzijn’. 

Armoede is immers een onderschat probleem in onze stad. In Vlaanderen leven maar liefst 10,6% onder de armoedegrens met een inkomen als alleenstaande van minder dan 973 euro of 2.044 euro voor een gezin met 4. 10% van de Ninovieters: 3.600 mensen, soms worden ze bereikt door hulpverleners, al te vaak ook niet.

Naar aanleiding van onze participatienamiddag schreef ik samen met een collega volgende tekst. Omdat je nooit genoeg reacties, suggesties of goeie ideeën kan krijgen, zet ik hem ook hier met de vraag om alle mogelijke reacties, positief of negatief, en andere ideeën door te sturen naar lieven.meert@s-p-a.be

Lokaal armoedebeleid

Netwerking

Een efficiënt armoedebeleid is maar mogelijk wanneer men alle actoren binnen de gemeente kan mobiliseren om samen werk te maken van de aanpak van armoede. Het lokaal sociaal beleidsplan dat met deze actoren wordt opgesteld is hiervoor cruciaal. Hierbij is het belangrijk dat er één actor de aansturing voorziet.  Dit sluit volgens sp.a groen het best aan bij de kerntaken van het OCMW.

Een andere belangrijke leidraad is het aspect van participatie. Met de nadruk op een volwaardige participatie waarbij men echt luistert naar de mensen en hun verzuchtingen en hier zoveel mogelijk aan tegemoet probeert te komen. In het opgerichte netwerk moet men dan ook zeker de stem van de mensen in armoede laten klinken en hier ook naar luisteren.

Armoede is een netwerk van uitsluitingen die dus ook op verschillende terreinen dient bestreden te worden. Hieronder een overzicht van maatregelen die we kunnen nemen op de verschillende terreinen:

Inkomen

De laatste jaren klinken de signalen steeds luider vanuit het werkveld die erop wijzen dat de hoogte van de uitkeringen en pensioenen mensen niet in staat stellen om een menswaardig bestaan te leiden. Heel wat van deze uitkeringen situeren zich dan ook onder de armoededrempel. Dit is echter federale materie en dus hebben lokale besturen hier geen impact op.

Echter lokale besturen hebben wel een aantal instrumenten in handen. Dit betreft in eerste instantie de aanvullende steun van het OCMW. We moeten hier een beleid ontwikkelen waarbij we ons baseren op de concrete situatie met het oog op een menswaardig bestaan. Daarom is investering in een kwalitatief sociaal onderzoek van groot belang. Dit kan door voldoende maatschappelijk werkers in te zetten die ook geregeld vorming krijgen.

Een andere belangrijke aandachtspunt is de begeleiding en ondersteuning van mensen met schuld(overlast). We moeten hiervoor investeren in een budgetbegeleiding en schuldbemiddeling. Het Ninoofs OCMW verricht op dit vlak goed werk, maar de wachtlijsten zijn lang en er is meer nood aan schuldpreventie en nazorg voor mensen die schuldenvrij zijn geworden.  Een menswaardige begeleiding moet ook hier de leidraad vormen. Zo moet men mensen die onder begeleiding staan de kans geven om te beschikken over voldoende leefgeld en moet men per individueel geval oordelen over aanvragen tot meervragen om bvb. Cadeautjes voor de kinderen te kopen ofzo.

De aanwezigheid van (jonge) kinderen in een huishouden moet sowieso bij elke (hulp)vraag als een aandachtspunt meegenomen worden.

Huisvesting

Als lokaal bestuur moeten we inzetten op de uitbouw van de sociale huisvesting. Belangrijk hier is:

  • Voorzie een gezonde sociale mix maar hou ook rekening met de meest dringende aanvragen voor een sociale woning (bvb. daklozen)
  • Vermijd in elke geval getto-vorming
  • Houd ook rekening met genoeg speelruimten en andere recreatieve ruimtes die het buurtgevoel en de sociale cohesie kunnen vergroten.

Naast de uitbouw van sociale huisvesting moeten we ook het Sociale Verhuurkantoor (SVK) uitbouwen door het eigen leegstaand patrimonium ter beschikking te stellen van dit SVK en private verhuurders meer te stimuleren om hun woning ter beschikking van het SVK te stellen (vb. door verminderde onroerende voorheffing).

Gezien de schaarste aan betaalbare woningen moete we actief ageren wat betreft de aanpak van leegstand (cfr. heffing leegstandstaks). Daarnaast moeten we via dialoog de eigenaar proberen te overtuigen om het pand op de huurmarkt te brengen en hem wijzen op demogelijkheden wat betreft (renovatie)premies. Ingeval deze dialoog nergens toe leidt, kunnen lokale besturen gebruik maken van het zogenaamde sociaal beheersrecht om deze panden op te eisen, te renoveren en ze ter beschikking te stellen van de (sociale) huurmarkt.

Het OCMW dient actief op te treden om uithuiszettingen te voorkomen. Zo zal men hierbij preventief moeten optreden en bij de eerste signalen tussenkomen om een uithuiszetting te voorkomen. Wanneer men tijdig tussenkomt, kunnen wanbetalingen via afbetalingsplannen of via tussenkomst van het OCMW  vermeden worden.

Onderwijs

Ook scholen moeten vertegenwoordigd zijn in het armoedenetwerk. Op deze manier kunnen problemen direct gesignaleerd worden en kan er werk gemaakt worden van sociaal onderwijsbeleid waarbij onder meer wordt ingezet op het beperken van de schoolkosten en een financiële tussenkomst bij financiële problemen. De Ninoofse (school)kansenpas is hier een goed initiatief.

Verder actief investeren in een verhoogde participatie aan het kleuteronderwijs door gebruik te maken van laagdrempelige initiatieven die dit stimuleren.

Gezondheid & welzijn

In de strijd tegen gezondheidsongelijkheid kan ook Ninove een rol in kan spelen. Door de inrichting van een multidisciplinaire, buurtgerichte en laagdrempelige eerstelijnsgezondheidszorg kan men dit probleem bestrijden. Zo kan de stad de oprichting van een wijkgezondheidscentrum faciliteren en ondersteunen. Deze wijkgezondheidscentra hebben als groot voordeel dat er gewerkt wordt met forfaitaire betalingssystemen waardoor de financiële drempel wordt beperkt.

We moeten ook zorgen voor een kwaliteitsvolle, toegankelijke en correcte informatiedoorstroming en communicatie naar de kwetsbare doelgroepen toe. Samenwerking met andere actoren is hiervoor zeer belangrijk.

Energie

Energiearmoede is niet te tolereren. Het OCMW kan hier een belangrijke rol in spelen. Zo is er de LAC-werking die verbeterd kan worden om er op toe te zien dat de mensen niet worden afgesloten van gas, elektriciteit en/of water als minimumvoorwaarde voor een menswaardig bestaan.

Lokale besturen kunnen ook een groot verschil maken in de prijs die mensen moeten betalen voor energie. Zo kunnen zij de maatschappelijk kwetsbare burgers in hun gemeente vrijstellen van gemeentelijke bijdragen voor waterzuivering, kunnen ze gezamenlijke aankoop van energie faciliteren en kunnen ze (complementair aan het stookoliefonds) financieel tussenkomen voor andere verwarmingsbronnen dan elektriciteit en gas.

Voor sommige mensen kan de informatie over thema’s als energie soms te ingewikkeld zijn. Om deze mensen te helpen in hun zoektocht naar informatie omtrent de energie- en watersector, over sociale maatregelen,… kan een lokaal bestuur een lokale informatiebrochure omtrent energie- en water opmaken die de mensen wegwijs maakt in de complexe energiewereld: eenvoudige besparingstips, info over sociale maatregelen,…

Vrije tijd

Een toegankelijk, niet-stigmatiserend en betaalbaar vrijetijdsaanbod is belangrijk als we vereenzaming willen tegengaan. Afspraken met de aanwezige verenigingen en initiatieven is hierbij de eerste stap waarbij gekeken wordt hoe men dit aanbod gericht naar de meeste kwetsbare mensen kan verzekeren. Dit betreft enerzijds de betaalbaarheid en anderzijds ook het niet-stigmatiserend karakter van de maatregel. Ninove zette hier al een goede stap vooruit met de kansenpas, maar de aanwezigheid van kansengroepen in het verenigingsleven blijft veel te beperkt.

Anderzijds moeten we ook aandacht hebben voor zij die geen heil zien in het regulier jeugdwerk en andere vormen van vrije tijdsbesteding wensen. Via participatie en inspraak van de jongeren en mensen zelf kan men hier verzekeren dat er binnen de gemeente het juiste aanbod wordt voorzien. Ook het werken met brugfiguren en buurtwerkers kan hier nuttig zijn.

(Sociale) activering

Lokale besturen hebben ook een belangrijke taak in het voorzien van de nodige investeringen om de aanwezige doelgroepen (sociaal) te activeren. Hierbij mag men niet eenzijdig focussen op doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt maar moet men ook op lokaal niveau werk maken van ‘werk op maat’. Hiertoe moet men voldoende mogelijkheden creëren om mensen de kans te geven een opleiding te volgen of aan vrijwilligerswerk te doen. Sociale activering kan bvb door bij aanbestedingen sociale clausules inschrijven waardoor men hieraan tegemoet komt.

Ook in het kader van de opdracht van OCMW’s binnen de sociale economie kunnen we belangrijke engagementen opnemen om ervoor te zorgen dat er een verhoogd tewerkstellingsaanbod aanwezig is voor mensen in precaire levenssituaties.

Kinderarmoede

We moeten meer inzetten op de aanpak van kinderarmoede omdat dit de meest onmenselijke vorm  betreft van armoede. Geboren worden in armoede stelt een hypotheek op de toekomst van kinderen en zorgt voor een veel grotere kans om ook later in de armoede verstoken te blijven. Investeringen in de aanpak van kinderarmoede zijn dan ook meer dan levensnoodzakelijk. Vanuit Vlaanderen wordt hier ook sterk op ingezet en kan men terugvallen op financiële ondersteuning vanuit Vlaanderen. Binnen deze focus kan Ninove nog bijkomende engagementen opnemen zoals investering in kinderopvang, werken met buddy’s of brugfiguren die aan preventieve gezinsondersteuning doen, toegankelijke vrijteijdsaanbod,…

Op reis in Zuid-Amerika

Op 26 december vertrok ik met 5 vrienden (Bert aka de Witten, Davy, Jordy, Sarah en Robin) voor enkele weken naar Argentinië en Chili. Een ellenlang reisverslag ga ik niet geven, maar toch enkele hoogtepunten.

  • Wandeling in parque nacional El Palmar: zware rugzak, maar de vele palmbomen in het avondlicht maakten dat zeker goed

  • oudejaarsavond in Buenos Aires: lekker eten op dakterras onder een prachtig vuurwerk
  • de watervallen van Iguazu

 

  • de kathedraal van San Salvador de Jujuy waar juist een eucharistieviering bezig was, de priester vol vuur preekte en de zaal luidkeels begon te zingen over de Heilige Geest. Daarop ging de priester rond, raakte mensen aan en blies hen in het gezich, waarop de mensen op de grond vielen en minutenlang bleven liggen. De priester probeer de ook Robin op de grond te krijgen (bljkaar zijn er enkele parochiemedewerkers die tijdens het blazen van de priester proberen om het ‘slachtoffer’ naar beneden te duwen) maar Robin was als een Rots en zette zijn voet toen hij naar beneden werd geduwd.
  • Rafting: niet overdreven spectaculair maar wel goed geamuseerd
  • Salta en omgeving: door mineralen gekleurde bergen, erosieverschijnselen, toffe roadtrip van 2 dagen met wildkamperen net voor een bergpas en in een verlaten boerderij. Eindeloze hoogvlakten vol mega-cactussen en de besneeuwde Andestoppen in de verte. Indrukwekkend mooie dingen gezien.

 

  • Trektocht in het hooggebergte van de Andes, met de Cerro Leonera (net onder de 5000 m). Jammer genoeg zeer diep gegaan zodat ik, Robin en Sarah dag nadien niet meekonden naar de top van de Plomo (5400). Toch wel wat last van de hoogte gehad, maar de pijn weegt niet op tegen de mooie vergezichten.

 

Bert en Davy bleven in Zuid-Amerika om er nog 3 maanden langer rond te trekken. Wij moesten jammer genoeg terugkeren en zijn intussen weeral aan de slag. Maar de avonturen van Bert en Davy blijven we natuurlijk volgen op hun blog: http://www.tangatanga.com/deefendewitten/

Allochtonen in Ninove: deel 3

In drie delen probeer ik mijn visie te geven over hoe de stad Ninove best kan omgaan met de instroom aan allochtonen. In een eerste tekst enkele maanden geleden bekeek ik de cijfers. Daaruit bleek dat Ninove vroeger zeer weinig ‘vreemdelingen’ als inwoner had. Volgens de laatste cijfers telt Ninove nu nog steeds relatief minder inwoners van buitenlandse afkomst (ongeveer 6,8%) dan andere steden, al was de toename in Ninove sterker dan elders en heeft er zich dus een soort inhaalbeweging voorgedaan. Verder valt op dat maar liefst 10% van de kinderen thuis geen Nederlands spreekt.

De relatief sterke stijging van het aantal mensen van buitenlandse afkomst de laatste jaren is te wijten aan:

  • het zeer lage vertrekpunt
  • de nabijheid van Brussel en de goede verbindingen met onze hoofdstad
  • de aantrekkelijkheid van Ninove met in vergeljking met het Brusselse nog relatief lage grond- en woonprijzen

Die nabi­jheid van Brus­sel is natu­urlijk een feit (en is een enorme troef),net als die goede verbindin­gen.Migratie is in Ninove dus een vast­staand feit, met voor– en nade­len. De inwij­kelin­gen bren­gen diver­siteit in de stad en leren ons nieuwe din­gen te ont­dekken,maar wan­neer een grote groep (ander­stal­ige) inwij­kelin­gen in een stad komt wonen,is het nor­maal dat dat span­nin­gen veroorza­akt. In twee richtin­gen: de oude Ninovi­eter die plots geen enkele van zijn buren meer kent,en de nieuwe Ninovi­eter die zich niet welkom voelt.

De vraag is dan welk beleid je als stad kan voeren om die voordelen zoveel mogelijk te vergroten en de nadelen te verzachten voor zowel de oude als nieuwe Ninovieters. Dat wordt dé uitdaging voor Ninove de komende decennia.

De stad heeft de taak om van de problemen die met migratie gepaard gaan tot win-win situaties te maken. Dit is zeker geen sinecure en zal heel veel tijd en middelen vergen zonder de garantie dat dit volledig zal slagen. Als lokaal bestuur ben je immers afhankelijk van het beleid dat op de hogere beleidsniveaus wordt gevoerd. Toch denken we dat zelfs op lokaal niveau aardig wat kan doen om de integratie van nieuwkomers te bevorderen.

Het te voeren stedelijk beleid splits ik op in 2 delen. Socio-cultureel beleid behandelde ik vorige maand al. Daarin vraag ik de stad om contacten tussen oude en nieuwe Ninovieters zoveel mogelijk te stimuleren. Hoe ik dat concreet zie, vind je hier.

Maar ook op sociaal-economisch vlak moet er aan de integratie gewerkt worden. Allochtonen zijn immers oververtegenwoordigd in de werkloosheid. Ik zie daar 2 grote redenen voor: taal en scholingsgraad. Als mensen onvoldoende Nederlands kennen, kan je natuurlijk niet verwachten dat ze worden aangeworven voor een job waarbij ze moeten communiceren met klanten of collega’s. Die taalachterstand leidt ook tot moeilijkheden op school zodat allochtonen gemiddeld minder geschoold zijn. Nu is dat laatste natuurlijk niet enkel te wijten aan taalachterstand. Ook de sociale situatie zorgt ervoor dat bepaalde groepen gemiddeld minder geschoold zijn. Eigenlijk heeft dit niets met allochtoon of autochtoon te maken: kinderen in achtergestelde gezinnen krijgen nog altijd minder kansen dan kinderen in rijkere gezinnen. Bedoeling van deze tekst is om ideeën te lanceren over hoe een stad als Ninove kan helpen om de socio-economische integratie te bevorderen. Iedereen is uitgenodigd om me hierover zijn of haar reac­tie toe te sturen. Alle ideeën en suggesties zijn zeker welkom!

Buig de taalachterstand om in voorsprong

Ik kan er niet genoeg op drukken, maar wie in Vlaanderen wil wonen, werken en leven, moet Nederlands kennen. Op die manier kan je contact leggen met je buren, vrienden en een sociaal netwerk uitbouwen. Maar ook op school is Nederlands kennen een noodzakelijke voorwaarde om al die andere boeiende dingen te leren. Hetzelfde geldt op het werk. Als je moet samenwerken met collega’s of klanten overtuigen, dan moet je je nu eenmaal verstaanbaar kunnen maken.

Nieuwe Ninovieters moeten dus Nederlands leren, maar de oude Ninovieters moeten dan ook wel een handje helpen als het wat minder vlot lukt om onmiddellijk Nederlands te praten.

Als stad heb je niet enorm veel hefbomen in handen om de kennis van het Nederlands te bevorderen, maar toch ben je niet helemaal machteloos. Zo moet je toezien op de huidige verplichting om je in te schrijven voor de Nederlandse les als je een sociale woning wil huren. En anderstaligen die leefloon krijgen, moeten niet alleen bereid zijn om zich in te schrijven in de Nederlandse les, maar ook daadwerkelijk die lessen volgen (tenzij er een wettige reden is uiteraard).

Verder kan het aan­bod aan Ned­er­landse taal­lessen uit­ge­breid wor­den en er kan kinderop­vang voorzien wor­den voor alleen­staande oud­ers zodat ook zij naar de taal­lessen kun­nen gaan.

Zoals blijkt uit de cijfers uit deel 1 spreekt maar liefst 10% van de Ninoofse kinderen thuis geen Ned­er­lands. Het onder­wijs is daarom van cru­ci­aal belang om deze kinderen Ned­er­lands te leren. De stad moet samen met de scholen kinderen met taalachter­stand helpen door bijvoor­beeld extra taal­lessen of huiswerk­begelei­d­ing te voorzien op woensdagnamiddag. Die huiswerkbegeleiding mag er trouwens ook zijn voor kindjes die wel Nederlands kennen maar ook een leerachterstand hebben.

De bedoeling moet zijn dat alle nieuwe Ninovieters zo snel mogelijk Nederlands kennen. Samen met hun kennis van andere talen (Frans, Engels, Turks,…) zijn ze zo eigenlijk beter gewapend op de arbeidsmarkt dan vele ‘oude’ Vlamingen die vroeger bekend stonden om hun goede taalkennis maar die ze geleidelijk aan het verliezen zijn.

 Onderwijs

Iedereen weet dat mensen zonder diploma moeilijker een plaats vinden op de arbeidsmarkt. Verder blijkt ook dat kinderen van kansarme gezinnen het minder succesvol doen op school. Als stad kan je daar natuurlijk niet echt iets aan doen, maar ik zie toch een aantal mogelijkheden, die voor een deel al gebeuren in Ninove:

  • het gedeeltelijk tenlaste nemen van de schoolfactuur van gezinnen met financiële problemen
  • organisatie van huiswerkbegeleiding voor kinderen met een leerachterstand
  • betrokkenheid van de ouders verhogen: oudercontact, oudercomité, activiteiten met andere ouders zwaar stimuleren
  • informatie geven over kinderopvang en kleuteronderwijs en gezinnen stimuleren hier gebruik van te maken

 Samen aan het werk

Iedereen heeft de maatschappelijke plicht om zijn of haar bijdrage te willen doen aan de samenleving. Als je dat kan, moet je dus bereid zijn om een job te zoeken en te werken. Wie dat om een of andere reden niet kan, die moet uiteraard geholpen worden. Dat is het systeem van onze welvaartsstaat en dat moet gelden voor iedereen. Als je immers toelaat dat mensen zich onttrekken aan dit systeem, dan maak je het onbetaalbaar en kapot.

Patrick Janssens formuleert het in zijn boek ‘voor wat, hoort wat’, als volgt: “Wie problemen heeft en daar niet uit eigen kracht uit geraakt, verdient ondersteuning. Dat moet de basis van ons sociaal beleid zijn. Maar dat beleid moet ertoe leiden dat de eigen kracht van mensen vergroot wordt. Vrijblijvendheid is dan niet langer een optie.”

Als stad kan je via de werkwinkel en het OCMW mensen begeleiden in hun zoektocht naar werk, of hen naar een geschikte opleiding toe leiden. Ninove doet op dat vlak aardig zijn best, maar we kunnen er nog verder in gaan. Extra plaatsen voor sociale economie initiatieven, arbeidstrajectbegeleiding , artikel 60-plaatsen voor leefloners en extra tewerkstellingsbegeleiders zijn nodig om mensen naar de gewone arbeidsmarkt te begeleiden.

We moeten als stad en OCMW ook zelf het goede voorbeeld geven en naar diversiteit streven in ons personeelsbeleid. Momenteel heeft Ninove een diversiteitsplan dat enkel werd ingediend om er de subsidies voor te krijgen maar voor de rest niks voorstelt: een werkgroep die 2 keer per jaar samenkomt en that’s it.

Ook naar de Ninoofse bedrijven kunnen we als stad proberen iets te doen. Waarom bijvoorbeeld geen diversiteitsprijs in het leven roepen voor een Ninoofs bedrijf met een uitstekend diversiteitsbeleid?

Mijn conclusie voor het socio-economische luik: volop inzetten op taalkennis, helpen van kinderen met onderwijsproblemen, intense begeleiding van werkzoekenden samen met een echt diversiteitsplan. De toenemende diversiteit hoeft geen probleem te zijn en kan zelfs een troef worden als we er maar voor zorgen dat iedereen deelneemt en zijn steentje bijdraagt in de Ninoofse samenleving .

Met dit derde deel zit mijn drieluik rond integratiebeleid erop. Omdat ik vind dat de vraag hoe we in Ninove om zullen gaan met de instroom aan nieuwe inwoners te belangrijk is om aan extreem-rechts over te laten, heb ik geprobeerd om een evenwichtige visie te geven met concrete voorstellen op Ninoofs niveau. Dat kan natuurlijk altijd nog verbeterd worden. Daarom nodig ik iedereen uit om te reageren en om opmerkingen, suggesties en ideeën zeker door te sturen.

Horeca laat de stad bruisen

Sp.a-groen! wil vermijden dat Ninove een saaie slaapstad van het grote Brussel wordt. Ninove mag geen stad zijn waar mensen enkel in hun huis of appartement komen slapen zonder verdere band met onze stad te hebben. In onze visie moet de stad Ninove samen met haar deelgemeenten een plaats zijn waar je kunt wonen, werken en voluit leven!

Uiteraard kan je hier als stadsbestuur geen wonderen verrichten, maar je kunt bepaalde dingen wel stimuleren. In deze tekst focussen we op een deelaspect: het horeca-beleid van onze stad. Een goed draaiende horeca laat een stad immers bruisen, brengt mensen samen, laat ze feesten en maakt ze gelukkig. Als progressieven zijn we voor een bloeiende horeca, niet voor de winsten van de uitbaters an sich (al vinden we dat iedereen goed zijn boterham mag verdienen), maar omdat een bloeiende horeca goed is voor het sociaal leven in onze stad en deelgemeenten.

Hoe zien we zulk stimulerend horeca-beleid in Ninove?

Terrasjes brengen sfeer en moet je stimuleren, niet bestraffen. Daarom stellen we voor om de terrastaks af te schaffen die horeca-uitbaters momenteel moeten betalen in onze stad. De huidige taks bedraagt voor een terras van 20 m² in centrum Ninove nu 250 euro voor 6 maanden. (Het volledige reglement vind je hier). Reusachtige bedragen zijn dit niet en ook voor de stad is dit geen reuze-opbrengst (ongeveer 12.500 euro per jaar op een stadsbudget van ongeveer 35 miljoen, dus minder dan 0,05%). Afschaffen dus!

Nog een pestbelasting: er is in Ninove een taks op cafés die openblijven na 1u ’s nachts op maandag, dinsdag, woensdag of donderdag. De taks bedraagt 25 euro per avond en bracht in 2010 welgeteld 942,5 euro (dit reglement vind je hier). De administratieve kost is ongetwijfeld hoger dan de opbrengst. Wouter Vande Winkel (groen!) stelde enkele maanden geleden al voor om dit af te schaffen: de meerderheidspartijen gingen het bekijken. Hopelijk kunnen we hen overtuigen van deze pesterij stop te zetten.

Bij de aanleg van de openbare ruimte moet er rekening gehouden worden met de (toekomstige) aanwezigheid van horeca. Als er een plein of straat wordt heraangelegd, dan moet het stadsbestuur nadenken over een ideale omgeving voor horecazaken. Waarom geen plaats voorzien voor wat gezellige terrasjes langs de Dender bij de toekomstige ontwikkeling van de oude OCMW-site achter de Graanmarkt? Of maak van het Paul De Montplein aan de brandweer een gezellig plein met wat groen, petanquebaan, ruimte voor terrasjes en voorzie elders parkeerplaatsen.

Bij onze huisbezoeken in de deelgemeenten horen we geregeld dat de mensen een buurtcafé missen in hun dorp. Je kunt dat als stadsbestuur natuurlijk niet zelf gaan inrichten, maar we kunnen initiatieven zoals in Pollare waar het verenigingsleven zelf de parochiezaal openhoudt op zondag, ondersteunen. De buurthuizen en parochiezalen komen hiervoor in aanmerking, de stad kan helpen met de drankbestellingen, een projectsubsidie als het gaat om deelgemeenten zonder gewoon café,…

Waar mensen samenkomen en zich amuseren, ontstaat er geluid en met wat alcohol erbij, kan dat best wel veel zijn: (dans)muziek, gezang, gelach,… Sommige buren voelen zich hierdoor gestoord. Jammer genoeg is zulke overlast eigenlijk onvermijdelijk in een stadscentrum. Je moet er alles aan doen om de overlast zoveel mogelijk te beperken. Hiervoor kan je als stads­bestuur heel wat doen:

  • Waarom geeft de stad de cafés geen advies of sub­si­dies voor geluidsisolatie?
  • Waarom geen struc­tureel over­leg organ­is­eren tussen uit­baters, poli­tie, klanten, buurt en voor sommige cafés bvb. ook de jeugdraad? Een beetje over­leg en wed­erz­i­jds begrip kunnen soms won­deren doen.
  • Waarom geen open­baar toi­let  op plaat­sen waar er regel­matig veel volk wordt verwacht?

Daar­naast vin­den som­mige mensen het nodig om in brieven­bussen te plassen, buurt­be­won­ers aan te vallen of erger nog. Dit soort over­last kan je absoluut niet aan­vaar­den en daar moet je tegen optreden, met preventie en repressie:

  • Strikte bestraffing en meer con­troles zijn noodzakelijk om deze irritante overlast tegen te gaan. De kans dat je als wild­plasser ‘s nachts in Ninove-centrum wordt betrapt is nage­noeg onbestaande. Het is niet goedkoop om het aan­tal poli­tiepa­trouilles fors op te dri­jven, maar onze stad kan net als vele andere ste­den investeren in eigen stadswachten. Dergelijke stadswachten en de nodige politie-aandacht kun­nen in com­bi­natie met een aan­tal veiligheidscamera’s zor­gen dat je overlast veroorzakers bij de kraag kan vatten, naar het voor­beeld van Tob­back in Leu­ven.
  • Met een sensibilisering campagne kan je klanten van bepaalde cafés duidelijk maken dat sommige zaken echt niet kunnen.
  • Uit andere ste­den is het duidelijk gewor­den dat je met admin­is­tratieve sanc­ties heel wat kan bereiken. Gevatte daders kri­j­gen bin­nen de 2 weken hun boete in de bus, wat veel beter is dan een gerechtelijke pro­ce­dure die makke­lijk pas een jaar na datum plaatsvindt. Alle crim­i­nol­o­gis­che stud­ies wijzen er op dat de ter­mijn tussen overtred­ing en bestraf­fing zo klein mogelijk moet zijn om het gedrag van de ges­trafte zoveel mogelijk te veranderen. En eens het duidelijk is dat er een real­is­tis­che pakkans is én dat er boetes op vol­gen, dan zal dit soort ontoe­laat­bare over­last al snel verminderen.

Ook voor de organisatie van kleine en grote evenementen zoals optredens of koopavonden, kan het stadsbestuur een actievere rol spelen. Bedoeling moet zijn dat er voldoende te beleven valt in Ninove. Het initiatief komt daarvoor best vanuit de bevolking, het verenigingsleven, middenstandsverenigingen,…  maar de stad moet dit zoveel als mogelijk ondersteunen, stimuleren en in een eerste fase misschien mee zelf organiseren.

Zo is er in de zomer al dikwijls sprake geweest van de organisatie van kleine optredens in de Langemuntstraat. Probleem is dat dat er door gebrek aan overleg en coördinatie tussen de plaatselijke café-uitbaters uiteindelijk niet komt. Iemand moet zijn nek uitsteken om zoiets te organiseren maar de stad moet hierbij helpen. Wat de stad voor de parkconcerten doet (gratis gebruik materiaal), moet toch perfect ook kunnen om zoiets te organiseren? Of waarom roept de stad zelf geen overleg bijeen voor de café-uitbaters van bepaalde buurten om te zien of er samen iets kan worden georganiseerd? Hoe meer leven er in de stad is, hoe beter voor de horeca, maar ook hoe beter voor de inwoners van onze stad.

Een ander voorbeeld zijn de koopavonden die in Gent of bijna elke stad in Nederland al jaren worden georganiseerd met groot succes. De winkels zijn er op zulke avonden later open met veel volk in de stad tot gevolg en uiteraard profiteert ook de horeca daar mee van. Denk maar aan de witte donderdagavond in Ninove.

Tot slot buit Ninove zijn toeristische troeven te weinig uit. We wonen op het kruispunt van het Pajottenland, de Vlaamse Ardennen en Denderstreek/Scheldeland. Waarom helpt het stadsbestuur niet wat meer met de promotie van onze hotels, B&B’s , hoevetoerisme, restaurants, brouwerij,… ? Brochures, duidelijke vermelding op websites, bewegwijzering,…

Onze conclusie voor lokaal horeca-beleid: maak de stad aantrekkelijk, zorg dat er voldoende georganiseerd wordt en de horeca zal vanzelf volgen.

Lieven Meert en Misja De Ridder

Een nieuw fietspad in Okegem

Oost-Vlaams gedeputeerde Peter Hertog beloofde de stad Ninove een subsidie van 31.000 euro voor de aanleg van een fietspad in Okegem. Het gaat op het fiets- en voetpad tussen de Hazeleerstraat en Guldenboom, waar dagelijks vele pendelaars gebruik van maken om van en naar het station te stappen en fietsen. Maar het pad ligt er al jaren slecht bij en is dan ook dringend aan onderhoud en verbreding toe. Dat kwam ook al als resultaat uit de enquête die sp.a twee jaar geleden hield bij de Okegemnaars. Dit werd toen doorgegeven aan het stadsbestuur dat al een tijdje bezig is aan de verschillende administratieve formaliteiten om aan de heraanleg en verbreding te kunnen beginnen.

Omdat dit fietspad geen deel uitmaakt van het provinciaal fietsnetwerk en ook niet van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, komt het in aanmerking voor een provinciale subsidie van 20 procent. Op 1 december besliste de deputatie de subsidie toe te kennen voor de aanleg van dit fietspad.

Goed nieuws dus. Hopelijk kan er nu snel met de werken worden begonnen!

Wat leeft er in Outer?

Zoals hier al eerder ver­meld, ga ik al sinds een jaar weke­lijks de boer op met enkele sp.a’ers in de Ninoofse deel­ge­meen­ten, telkens met dezelfde vraag: wat kan er verbeteren in uw dorp?
Het is immers heel gemakke­lijk om van achter de lap­top een par­ti­jpro­gramma te schri­jven, maar om een goed idee te hebben van wat de mensen écht willen, moet je het hen eerst gaan vra­gen. Daarom hebben we met sp.a Ninove het idee opgevat om in de laat­ste twee jaar voor de gemeen­ter­aadsverkiezin­gen de mening van de mensen te gaan vra­gen. Niet dis­cus­siëren of ons gedacht opdrin­gen, maar gewoon vra­gen en vooral luis­teren. Nadien vat­ten we die resul­taten dan samen per deel­ge­meente en houden we daar reken­ing mee wan­neer we ons verkiez­ing­spro­gramma per dorp opstellen.

Omdat we natu­urlijk met zulke huis­be­zoeken nooit iedereen kun­nen bereiken, zet ik hier toch de belan­grijk­ste pun­ten per dorp op de site zodat iedereen met goeie ideeën nog steeds kan rea­geren. Heb je nog andere ideeën voor een beter Outer, stuur die dan gerust door naar lieven.meert@s-p-a.be of naar ons gemeenteraadslid uit Outer Katie Coppens via katiecoppens@telenet.be

Hier de belan­grijk­ste resul­taten voor Outer:

  • De inwoners van Outer waarderen vooral de rust in hun dorp en de nabijheid van het stadscentrum van Ninove.
  • Uit de gesprekken blijkt dat sommige mensen minder positief zijn over onveiligheid door te hard rijdende auto’s. Vooral langs de Smid Lambrechtstraat, de Aardeweg, Lebekestraat en de Nederhasseltstraat is dit een groot probleem. Om de verkeersveiligheid te vergroten wordt er gepleit voor snelheidsremmers en veilige fiets- en voetpaden zodat de kinderen opnieuw veilig de straat op kunnen.
  • Specifiek voor de Aardeweg wordt gepleit voor meer controles en een heraanleg met verhoogde fietspaden zodat de weg smaller wordt en er ook trager gereden wordt. Asverschuivingen zijn absoluut uit den boze.
  • Verder is er een sterke vraag om de voet- en fietspaden door de velden beter te onderhouden zodat er veilige fietsverbindingen zijn met Nederhasselt, Denderhoutem en Ninove-centrum. Zeker naar Ninove-centrum is dat echt noodzakelijk aangezien de aanleg van de  rotonde aan ‘Den Dollar’ de onveiligheid voor fietsers enkel zal verslechteren.
  • Ook de voetpaden langs sommige wegen zijn er soms echt slecht aan toe (bvb. Nederhasselstraat) en moeten beter onderhouden worden.
  • Op sommige plaatsen is er soms wateroverlast en wil men maatregelen om dit in de toekomst te voorkomen.
  • Bij velen was er vraag naar meer parkeergelegenheid in de buurt van het buurthuis. Voor de kinderen wordt voorgesteld om een klein speelpleintje te maken op een rustige plaats.
  • Tot slot vroegen vele inwoners om meer betrokkenheid, overleg en participatie bij het gemeentelijk beleid. Net als in Lieferinge en Neigem, leeft ook in Outer het idee leeft dat de deelgemeenten wat uit het oog verloren wordt door het gemeentelijk beleid.

    De kerk van Outer

 

Allochtonen in Ninove: deel 2

In drie delen probeer ik mijn visie te geven over hoe de stad Ninove best kan omgaan met de instroom aan allochtonen. In een eerste tekst enkele weken geleden bekeek ik de cijfers. Daaruit bleek dat Ninove vroeger zeer weinig ‘vreemdelingen’ als inwoner had. Volgens de laatste cijfers telt Ninove nu nog steeds relatief minder inwoners van buitenlandse afkomst (ongeveer 6,8%) dan andere steden, al was de toename in Ninove sterker dan elders en heeft er zich dus een soort inhaalbeweging voorgedaan. Verder valt op dat maar liefst 10% van de kinderen thuis geen Nederlands spreekt.

De relatief sterke stijging van het aantal mensen van buitenlandse afkomst de laatste jaren wijten we aan:

  • het zeer lage vertrekpunt
  • de nabijheid van Brussel en de goede verbindingen met onze hoofdstad
  • de aantrekkelijkheid van Ninove met nog relatief lage grond- en woonprijzen

Die nabi­jheid van Brus­sel is natu­urlijk een feit (en is trouwens een enorme troef voor Ninove),net als die goede verbindin­gen. Migratie is in Ninove dus een vast­staand feit is, met voor– en nade­len. De inwij­kelin­gen bren­gen diver­siteit in de stad en leren ons nieuwe din­gen te ont­dekken,maar wan­neer een grote groep (ander­stal­ige) inwij­kelin­gen in een stad komt wonen,is het nor­maal dat dat span­nin­gen veroorza­akt. In twee richtin­gen: de oude Ninovi­eter die plots geen enkele van zijn buren meer kent,en de nieuwe Ninovi­eter die zich niet welkom voelt.

De vraag is dan welk beleid je als stad kan voeren om die voordelen zoveel mogelijk te vergroten en de nadelen te verzachten voor zowel de oude als nieuwe Ninovieters. Dát wordt volgens mij dé uitdaging voor Ninove de komende decennia.

De stad heeft de taak om van de problemen die met migratie gepaard gaan tot win-win situaties te maken. Dit is zeker geen sinecure en zal heel veel tijd en middelen vergen zonder de garantie dat dit volledig zal slagen. Als lokaal bestuur ben je immers afhankelijk van het beleid dat op de hogere beleidsniveaus wordt gevoerd. Toch denken we dat zelfs op lokaal niveau aardig wat kan doen om de integratie van nieuwkomers te bevorderen. Want integreren, dat doe je lokaal.

Het te voeren stedelijk beleid splits ik op in socio-cultureel beleid, dat ik in dit tweede deel behandel, en socio-economisch beleid dat ik binnen enkele weken in een derde en laatste deel zal bekijken. Ik besef dat de opdeling wat kunstmatig is en dat er wat overlap tussen beide delen zit (vooral inzake taal en onderwijs), maar deze werkwijze lijkt me het meest overzichtelijk. Tot slot van deze inleiding nodig ik iedereen uit om me zijn of haar reac­tie toe te sturen over deze tek­sten. Alle ideeën en suggesties zijn zeker welkom!

Sociale cohesie: alle Ninovieters zijn verbonden met elkaar en hun wortelstad

Sociale relaties maken mensen gelukkiger. Wanneer mensen in een vreemde stad gaan wonen waar ze niemand kennen vermindert dat automatisch de sociale cohesie ten nadele van de oorspronkelijke inwoners die hun buren niet meer kennen, hun taal niet begrijpen, afgeschrikt worden door verschillen in religie, cultuur, gewoonten, normen, waarden, …

Maar ook voor de inwijkelingen zelf is dit nadelig. Ook zij hebben baat bij sociale cohesie in de stad of buurt waar ze leven. Het actief opnemen van de migrant in de eigen cultuur en sociale relaties met hen aanknopen is daarom nodig en in het voordeel van zowel de nieuwe als de oude Ninovieter. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid: van álle Ninovieters wordt dus verwacht dat zij inspanningen leveren om het samen-leven in onze wortelstad te verbeteren. En het is de taak van het stadsbestuur om dat proces te begeleiden en te vergemakkelijken.

Met zulk geïntegreerd sociaal beleid ben ik er van overtuigd dat de verzuring van de maatschappij en de toename van intolerantie kan tegengaan worden. Iedereen kan zich dan goed voelen in zijn vel én in zijn stad.

Maar hoe doe je dat dan concreet? Hieronder enkele voorbeelden. Extra ideeën zijn zeker welkom.

Welkom in de oudste, de stoutste en de wijste der steden

Nieuwkomers heten we welkom met een drink, een rondleiding door stad en OCMW en krijgen een lokale peter of meter toegewezen die hen begeleidt en helpt bij het Nederlands leren, formulieren invullen, verenigingen leren kennen, schoolkeuze… Ik ben er zeker van dat we in Ninove vrijwilligers vinden om hieraan mee te werken.

In Ninove spreken we Nederlands

Mensen die met elkaar willen samenleven, moeten elkaar begrijpen. Daarom is het echt nodig dat we allemaal Nederlands (of Ninoofs, dat toch wat op Nederlands lijktJ ) kennen. Nieuwe Ninovieters moeten dus Nederlands leren en oude Ninovieters moeten begrip tonen als mensen niet onmiddellijk vlot Nederlands praten en hen een handje helpen. Dat is een vorm van beleefdheid, in twee richtingen. En de overheid, die moet dat proces vergemakkelijken.

Je hebt als lokale overheid relatief weinig hefbomen om hieraan te werken, maar er zijn er toch enkele. Zo is het nu al verplicht dat mensen Nederlands kennen of zich inschrijven voor een cursus Nederlands wanneer ze een sociale woning willen huren.

Verder kunnen we alle nieuwe Ninovieters een soort inburgeringstraject voorstellen. Gedurende dit traject kan een cursus gevolgd worden over  ‘leven in Ninove, Vlaanderen en België’ met rechten en plichten en een deel praktische informatie. Verder ook een individuele trajectbegeleiding door hun lokale peter of meter, een cursus Nederlands en begeleiding naar werk of onderwijs.

Het aanbod aan Nederlandse taallessen moet uitgebreid worden en er kan kinderopvang voorzien worden voor alleenstaande ouders zodat ook zij naar de taallessen kunnen gaan.

Zoals blijkt uit de cijfers uit deel 1 spreekt maar liefst 10% van de Ninoofse kinderen thuis geen Nederlands. Het onderwijs is daarom van cruciaal belang om deze kinderen Nederlands te leren. De stad moet samen met de scholen kinderen met taalachterstand helpen door bijvoorbeeld extra taallessen of huiswerkbegeleiding te voorzien op woensdagnamiddag.

Sociale cohesie: samen is super!

 Mensen die elkaar kennen, hebben meer begrip voor elkaar, beseffen dat ze in wezen niet zoveel van elkaar verschillen en voelen zich beter in hun vel. De stad moet dit stimuleren door allerlei contacten tussen mensen op verschillende manieren te stimuleren. Zo kan je denken aan:

Uitbouw van een netwerk in de allochtone gemeenschappen. Momenteel wordt er buiten ‘Ninove Info’ nauwelijks gecommuniceerd worden met de nieuwe Ninovieters.  Daarom moet de stad actief op zoek naar verenigingen die vooral bestaan uit inwijkelingen en hen ondersteunen. Zo heeft de stad gesprekpartners en kan de communicatie verbeteren tussen stad en allochtonen wat onrechtstreeks dan ook de contacten tussen nieuwe en oude Ninovieters verbetert.

In de inburgeringstrajecten kunnen we praatsessies organiseren waarin nieuwkomers een gesprek voeren over hun en ons dagelijks leven. Dit kan gaan over opvoeding, gewoontes, ervaringen, uitwisselingen, tradities en  cultuur. Zo leren we elkaar beter kennen en misverstanden uit de wereld helpen.

We moeten zwaar inzetten op het ondersteunen van elk initiatief dat mensen samenbrengt. De stad kan door haar communicatie kanalen ervoor zorgen dat deze initiatieven ook nieuwe Ninovieters bereiken.

Socio-culturele projecten rond diversiteit ondersteunen en in het begin eventueel zelf organiseren. Allochtone en autochtone verenigingen kunnen zo samenwerken rond bepaalde projecten.

Wijkgericht werken met buurt- en straathoekwerkers die actief aan de sociale cohesie werken per wijk of deelgemeente. In elk van deze buurten kan het sociaal leven ook gestimuleerd worden door plekken te voorzien waar mensen kunnen samenkomen. Belangrijk is dat dit open staat voor iedereen: gepensioneerden die er komen kaarten, lokale verenigingen die er vergaderen of iets kleinschaligs organiseren. Of een buurtspeelpleintje, sportveldje of grasveld met vaste BBQ, tafels en banken.

Inspraak en participatie bevorderen door buurtvergaderingen, luisterzittingen,…

Ondersteuning van het verenigingsleven met extra aandacht voor laagdrempeligheid. Ook nieuwe Ninovieters moeten toegang vinden tot het verenigingsleven. Het is belangrijk dat de stad een beleid voert dat rekening houdt met de eigenheid en capaciteit van elke vereniging. We merken dat sportverenigingen als eerste een aantrekkingspool zijn voor jonge allochtonen. In de andere socio-culturele en jeugdverenigingen kan je nieuwe Ninovieters nog op één hand tellen. Via het stimuleren van wederzijdse contacten moet hier zeker vooruitgang mogelijk zijn. Hiervoor zijn goede communicatie kanalen naar de allochtone gemeenschap zeer belangrijk.

Samen wonen

Wanneer je als Vlaming aan het zwembad in een zuiders land andere Vlamingen hoort, ontstaat er al gauw een gesprek en voor je het weet, breng je een groot deel van je vakantie samen door. Dat is volkomen normaal. Daarom ook dat allochtonen heel vaak in dezelfde buurten wonen. Heel begrijpelijk, maar niet goed voor de integratie. Oude en nieuwe Ninovieters wonen beter kris kras door elkaar als je de sociale cohesie tussen beiden wil vergroten.

Als stad kan je natuurlijk niet bepalen wie waar gaat wonen, tenzij het om sociale woningen gaat. Daarbij is een sociale mix dus aangewezen. Op die manier leren diverse mensen elkaar kennen en krijg je een warmere samenleving. We moeten bekijken hoe we er voor kunnen zorgen dat bouwheren bijv. in een appartementsblok of een verkaveling één sociaal appartement of kavel voorzien. Nu geldt dat al voor heel grote verkavelingen, maar dat kan misschien worden uitgebreid.  Verder willen we geen nieuwe sociale reuzewoonwijken aanleggen maar wel huizen opkopen of huren en verhuren via het sociaal verhuurkantoor. Daarnaast kleinere sociale woonprojecten met een sociale mix. Belangrijk hierbij is om buurtwerkers in te zetten om die sociale mix ook te begeleiden en de eerste contacten te stimuleren.