Een nieuw fietspad in Okegem

Oost-Vlaams gedeputeerde Peter Hertog beloofde de stad Ninove een subsidie van 31.000 euro voor de aanleg van een fietspad in Okegem. Het gaat op het fiets- en voetpad tussen de Hazeleerstraat en Guldenboom, waar dagelijks vele pendelaars gebruik van maken om van en naar het station te stappen en fietsen. Maar het pad ligt er al jaren slecht bij en is dan ook dringend aan onderhoud en verbreding toe. Dat kwam ook al als resultaat uit de enquête die sp.a twee jaar geleden hield bij de Okegemnaars. Dit werd toen doorgegeven aan het stadsbestuur dat al een tijdje bezig is aan de verschillende administratieve formaliteiten om aan de heraanleg en verbreding te kunnen beginnen.

Omdat dit fietspad geen deel uitmaakt van het provinciaal fietsnetwerk en ook niet van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, komt het in aanmerking voor een provinciale subsidie van 20 procent. Op 1 december besliste de deputatie de subsidie toe te kennen voor de aanleg van dit fietspad.

Goed nieuws dus. Hopelijk kan er nu snel met de werken worden begonnen!

Hoe de stad het OCMW leegzuigt

We weten allemaal dat een OCMW instaat voor het geven van leefloon en steun aan mensen die in armoede dreigen te verzeilen. Maar een OCMW voert een veel breder sociaal beleid dan enkel het geven van uitkeringen. Zo bieden de sociale werkers ook hulp bij het zoeken naar woningen, werk voor mensen die moeilijk op de arbeidsmarkt terecht kunnen, doen ze aan schuldbemiddeling, is er een maaltijd- en poetsdienst aan huis voor bejaarden en is er in Ninove ook een OCMW-rusthuis (Klateringen op de Centrumlaan), zijn er serviceflats in Ninove en Denderwindeke en zijn er ook een aantal sociaal appartementen in eigendom van het Ninoofs OCMW.

Koken kost natuurlijk geld, en afhankelijk van de hoeveelheid middelen die een OCMW van de stad krijgt, kan het meer of minder doen qua sociaal beleid. Het zal jullie niet verbazen dat linkse mensen als ik sociaal beleid heel belangrijk vinden: mensen die het moeilijk hebben, moeten geholpen worden en weer op weg gezet worden. Ouderen die niet meer alleen kunnen wonen, moeten kwaliteitsvol onderdak vinden dat betaalbaar is. Mensen die het moeilijk hebben om hun rekeningen te beheren, moeten daarin begeleid worden. Zo zijn er tal van voorbeelden van belangrijk sociaal beleid.

Maar nu stellen we vast dat de huidige VLD-CD&V-LDD-meerderheid in Ninove met schepen van Financiën Rudy Corijn op kop, de middelen van het Ninoofs OCMW stelselmatig beperkt en versluist naar de stadskas om er de eigen begroting op te smukken. Heel eigenaardig voor iemand die naast voor Financiën ook bevoegd is voor Sociale Zaken. Je zou toch denken dat iemand dan gaat pleiten voor sociaal beleid?

Op welke manier heeft de stad nu de OCMW-middelen beperkt in Ninove?

A. Middelen van het Gemeentefonds

Elke gemeente krijgt van de Vlaamse overheid jaarlijks een bepaald bedrag. In principe is 8% van dat bedrag bestemd voor het OCMW. Deze 8% is in Ninove goed voor ongeveer 500.000 euro per jaar. In 2003 beslisten de Ninoofse VLD en CD&V al om dat OCMW-deel te beperken tot 200.000 en vanaf 2009 werd er zelfs helemaal niets meer aan het OCMW gegeven. Het OCMW moest het zelf maar zien te redden.

B. De gemeentelijke bijdrage aan het OCMW

Jaarlijks is elke gemeente verplicht om middelen aan het OCMW te geven vanuit de belastingsontvangsten om de werking van het OCMW te financieren. De huidige VLD-CD&V-LDD-meederheid snoeide vanaf 2009 zwaar in deze gemeentelijke bijdrage. Vergeleken bij wat een normaal groeiritme voor de gemeentelijke bijdrage zou zijn (4% : 2% inflatie en 2% reële groei van de economie en belastingsontvangsten), bespaarde de stad zo 200 miljoen in 2009 en bijna 400 miljoen vanaf 2010.

 C. De grondenruil tussen Stad en OCMW

Het nieuwe rusthuis op de Centrumlaan werd gebouwd op gronden die oorspronkelijk van de stad waren en die aan het OCMW werden gegeven in ruil voor de OCMW-gronden in de Burchtstraat (waar de stad nog maar eens appartementen wil laten bouwen). Maar het OCMW moest daar nog een heel stuk bovenop leggen. Dat komt door de schatting van de waarde van de gronden, waarin geen rekening werd gehouden met het feit dat er meer dan 500.000 euro extra kosten nodig waren om de grond aan de Centrumlaan bouwrijp te maken (zeer vochtig en te saneren). Het OCMW heeft dus meer dan 500.000 euro teveel betaald voor deze gronden. Iets wat ook door de Gouverneur werd erkend na mijn klacht tegen deze onevenwichtige grondenruil.

D. Begroting 2012

Bovenop de al voorziene vermindering van de gemeentelijke bijdrage heeft de stad beslist om in 2012 nog 1.000.000 euro minder aan het OCMW te geven. Dat dient dan om de eigen begroting voor 2012 op te smukken om in aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen een goed begrotingscijfer te kunnen presenteren.

E. Overzicht

  2009 2010 2011 2012 Som 2009-2012
Gemeentefonds
486.000
503.000
521.000 
540.000 
2.050.000 
Beperking gemeentelijke bijdrage in meerjarenplan 205.000  397.000  341.000  340.000  1.283.000 
Onevenwichtige grondenruil    500.000      500.000
Extra beperking gemeentelijke bijdrage        1.000.000  1.000.000
Totaal  691.000  1.400.000  862.000  1.880.000  4.833.000

 Conclusie: het stadsbestuur beperkt op verschillende manieren de middelen van het OCMW

Het Ninoofs OCMW dat zich geconfronteerd zag met de beperktere middelen, moest daar natuurlijk mee omgaan, en deed dat op vijf manieren.

1. Besparen op het rusthuis.

Een overheidsrustoord zoals dat van het OCMW maakt normaal gezien verlies aangezien de prijzen voor de bewoners relatief laag zijn zodat ook mensen met een laag pensioen de nodige zorg kunnen betalen. De voorbije jaren is het OCMW er in geslaagd om een relatief goed financieel resultaat neer te zetten: het verlies is beperkt, door een grotere bezettingsgraad en enkel nog ‘zware’ gevallen op te nemen in het rusthuis waarvoor het RIZIV meer subsidies geeft. De keerzijde van de medaille is natuurlijk dat minder zware gevallen geen plaats meer vinden in ons rusthuis.

Daarnaast werden ook 4 kamers voor kortverblijf in gebruik genomen, zonder dat daar veel extra kosten tegenover staan. Op die manier kon het verlies van het rustoord wat verminderd worden.

2. Uitstel/afstel nieuwe projecten

Om tegemoet te komen aan de stijgende vraag naar ouderenzorg door de vergrijzende bevolking, wilde het OCMW een centrum voor dagopvang voor ouderen oprichten in het oud-rusthuis in Denderwindeke. Ook plande men extra serviceflats te bouwen in zowel Ninove als Denderwindeke en wil men een Sociaal Huis bouwen naast het huidige OCMW-gebouw dat moet dienen als centraal aanspreekpunt voor alle informatie over sociale zaken. Al deze projecten werden uitgesteld en het is twijfelachtig of en wanneer deze zullen gerealiseerd worden.

3. Nauwelijks nieuwe projecten

Het dagopvangcentrum in Denderwindeke waar men 15 plaatsen voorzag, zal niet doorgaan en werd vervangen door een kleinere dagopvang binnen het rusthuis Klateringen voor slechts 5 bewoners.

4. Uitstellen aanwervingen en examens

De instelling van het nieuwe personeelskader werd vertraagd, net zoals het openschrijven van bepaalde vacatures. Bepaalde functies worden zo al een hele tijd niet meer ingevuld.

5. Afbouwen van reserves

Zelfs door deze verschillende maatregelen slaagde het OCMW er nog niet in om te gaan met het streng budgettair dieet waartoe de stad haar dwong. Wil het OCMW dus zijn taken kunnen blijven uitvoeren, dan moet het haar reserves stelselmatig afbouwen.

  2009 2010 2011 2012 Som 2009-2012
Afbouw reserves -209.000 616.000 515.000 1.190.000 2.112.000

Daar waar in 2009 de reserves nog toenamen, werden die vanaf 2010 meer en meer afgebouwd met als triest hoogtepunt de pas goedgekeurde begroting voor 2012 waar de stad het OCMW dwingt om maar liefst 1,2 miljoen euro van haar reserves te gebruiken om rond te komen.

Een blinde ziet dat het niet houdbaar is om het OCMW zo weinig middelen te geven als je tegelijk een deftig sociaal beleid wil voeren. Dus, de politieke keuze voor de komende jaren is de volgende:

-ofwel blijft men de OCMW-middelen verder beperken,met als gevolg geen nieuwe initiatieven en zelfs inkrimpen van het gevoerde sociaal beleid

-ofwel willen we geen inkrimping maar zelfs uitbreiding van het sociaal beleid in onze stad (met bvb. ook extra rusthuisbedden waar grote nood aan is: nu 300 mensen op de wachtlijst: 6 jaar wachten!) en dan zullen daar meer middelen tegenover moeten staan

Wat leeft er in Outer?

Zoals hier al eerder ver­meld, ga ik al sinds een jaar weke­lijks de boer op met enkele sp.a’ers in de Ninoofse deel­ge­meen­ten, telkens met dezelfde vraag: wat kan er verbeteren in uw dorp?
Het is immers heel gemakke­lijk om van achter de lap­top een par­ti­jpro­gramma te schri­jven, maar om een goed idee te hebben van wat de mensen écht willen, moet je het hen eerst gaan vra­gen. Daarom hebben we met sp.a Ninove het idee opgevat om in de laat­ste twee jaar voor de gemeen­ter­aadsverkiezin­gen de mening van de mensen te gaan vra­gen. Niet dis­cus­siëren of ons gedacht opdrin­gen, maar gewoon vra­gen en vooral luis­teren. Nadien vat­ten we die resul­taten dan samen per deel­ge­meente en houden we daar reken­ing mee wan­neer we ons verkiez­ing­spro­gramma per dorp opstellen.

Omdat we natu­urlijk met zulke huis­be­zoeken nooit iedereen kun­nen bereiken, zet ik hier toch de belan­grijk­ste pun­ten per dorp op de site zodat iedereen met goeie ideeën nog steeds kan rea­geren. Heb je nog andere ideeën voor een beter Outer, stuur die dan gerust door naar lieven.meert@s-p-a.be of naar ons gemeenteraadslid uit Outer Katie Coppens via katiecoppens@telenet.be

Hier de belan­grijk­ste resul­taten voor Outer:

  • De inwoners van Outer waarderen vooral de rust in hun dorp en de nabijheid van het stadscentrum van Ninove.
  • Uit de gesprekken blijkt dat sommige mensen minder positief zijn over onveiligheid door te hard rijdende auto’s. Vooral langs de Smid Lambrechtstraat, de Aardeweg, Lebekestraat en de Nederhasseltstraat is dit een groot probleem. Om de verkeersveiligheid te vergroten wordt er gepleit voor snelheidsremmers en veilige fiets- en voetpaden zodat de kinderen opnieuw veilig de straat op kunnen.
  • Specifiek voor de Aardeweg wordt gepleit voor meer controles en een heraanleg met verhoogde fietspaden zodat de weg smaller wordt en er ook trager gereden wordt. Asverschuivingen zijn absoluut uit den boze.
  • Verder is er een sterke vraag om de voet- en fietspaden door de velden beter te onderhouden zodat er veilige fietsverbindingen zijn met Nederhasselt, Denderhoutem en Ninove-centrum. Zeker naar Ninove-centrum is dat echt noodzakelijk aangezien de aanleg van de  rotonde aan ‘Den Dollar’ de onveiligheid voor fietsers enkel zal verslechteren.
  • Ook de voetpaden langs sommige wegen zijn er soms echt slecht aan toe (bvb. Nederhasselstraat) en moeten beter onderhouden worden.
  • Op sommige plaatsen is er soms wateroverlast en wil men maatregelen om dit in de toekomst te voorkomen.
  • Bij velen was er vraag naar meer parkeergelegenheid in de buurt van het buurthuis. Voor de kinderen wordt voorgesteld om een klein speelpleintje te maken op een rustige plaats.
  • Tot slot vroegen vele inwoners om meer betrokkenheid, overleg en participatie bij het gemeentelijk beleid. Net als in Lieferinge en Neigem, leeft ook in Outer het idee leeft dat de deelgemeenten wat uit het oog verloren wordt door het gemeentelijk beleid.

    De kerk van Outer

 

Allochtonen in Ninove: deel 2

In drie delen probeer ik mijn visie te geven over hoe de stad Ninove best kan omgaan met de instroom aan allochtonen. In een eerste tekst enkele weken geleden bekeek ik de cijfers. Daaruit bleek dat Ninove vroeger zeer weinig ‘vreemdelingen’ als inwoner had. Volgens de laatste cijfers telt Ninove nu nog steeds relatief minder inwoners van buitenlandse afkomst (ongeveer 6,8%) dan andere steden, al was de toename in Ninove sterker dan elders en heeft er zich dus een soort inhaalbeweging voorgedaan. Verder valt op dat maar liefst 10% van de kinderen thuis geen Nederlands spreekt.

De relatief sterke stijging van het aantal mensen van buitenlandse afkomst de laatste jaren wijten we aan:

  • het zeer lage vertrekpunt
  • de nabijheid van Brussel en de goede verbindingen met onze hoofdstad
  • de aantrekkelijkheid van Ninove met nog relatief lage grond- en woonprijzen

Die nabi­jheid van Brus­sel is natu­urlijk een feit (en is trouwens een enorme troef voor Ninove),net als die goede verbindin­gen. Migratie is in Ninove dus een vast­staand feit is, met voor– en nade­len. De inwij­kelin­gen bren­gen diver­siteit in de stad en leren ons nieuwe din­gen te ont­dekken,maar wan­neer een grote groep (ander­stal­ige) inwij­kelin­gen in een stad komt wonen,is het nor­maal dat dat span­nin­gen veroorza­akt. In twee richtin­gen: de oude Ninovi­eter die plots geen enkele van zijn buren meer kent,en de nieuwe Ninovi­eter die zich niet welkom voelt.

De vraag is dan welk beleid je als stad kan voeren om die voordelen zoveel mogelijk te vergroten en de nadelen te verzachten voor zowel de oude als nieuwe Ninovieters. Dát wordt volgens mij dé uitdaging voor Ninove de komende decennia.

De stad heeft de taak om van de problemen die met migratie gepaard gaan tot win-win situaties te maken. Dit is zeker geen sinecure en zal heel veel tijd en middelen vergen zonder de garantie dat dit volledig zal slagen. Als lokaal bestuur ben je immers afhankelijk van het beleid dat op de hogere beleidsniveaus wordt gevoerd. Toch denken we dat zelfs op lokaal niveau aardig wat kan doen om de integratie van nieuwkomers te bevorderen. Want integreren, dat doe je lokaal.

Het te voeren stedelijk beleid splits ik op in socio-cultureel beleid, dat ik in dit tweede deel behandel, en socio-economisch beleid dat ik binnen enkele weken in een derde en laatste deel zal bekijken. Ik besef dat de opdeling wat kunstmatig is en dat er wat overlap tussen beide delen zit (vooral inzake taal en onderwijs), maar deze werkwijze lijkt me het meest overzichtelijk. Tot slot van deze inleiding nodig ik iedereen uit om me zijn of haar reac­tie toe te sturen over deze tek­sten. Alle ideeën en suggesties zijn zeker welkom!

Sociale cohesie: alle Ninovieters zijn verbonden met elkaar en hun wortelstad

Sociale relaties maken mensen gelukkiger. Wanneer mensen in een vreemde stad gaan wonen waar ze niemand kennen vermindert dat automatisch de sociale cohesie ten nadele van de oorspronkelijke inwoners die hun buren niet meer kennen, hun taal niet begrijpen, afgeschrikt worden door verschillen in religie, cultuur, gewoonten, normen, waarden, …

Maar ook voor de inwijkelingen zelf is dit nadelig. Ook zij hebben baat bij sociale cohesie in de stad of buurt waar ze leven. Het actief opnemen van de migrant in de eigen cultuur en sociale relaties met hen aanknopen is daarom nodig en in het voordeel van zowel de nieuwe als de oude Ninovieter. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid: van álle Ninovieters wordt dus verwacht dat zij inspanningen leveren om het samen-leven in onze wortelstad te verbeteren. En het is de taak van het stadsbestuur om dat proces te begeleiden en te vergemakkelijken.

Met zulk geïntegreerd sociaal beleid ben ik er van overtuigd dat de verzuring van de maatschappij en de toename van intolerantie kan tegengaan worden. Iedereen kan zich dan goed voelen in zijn vel én in zijn stad.

Maar hoe doe je dat dan concreet? Hieronder enkele voorbeelden. Extra ideeën zijn zeker welkom.

Welkom in de oudste, de stoutste en de wijste der steden

Nieuwkomers heten we welkom met een drink, een rondleiding door stad en OCMW en krijgen een lokale peter of meter toegewezen die hen begeleidt en helpt bij het Nederlands leren, formulieren invullen, verenigingen leren kennen, schoolkeuze… Ik ben er zeker van dat we in Ninove vrijwilligers vinden om hieraan mee te werken.

In Ninove spreken we Nederlands

Mensen die met elkaar willen samenleven, moeten elkaar begrijpen. Daarom is het echt nodig dat we allemaal Nederlands (of Ninoofs, dat toch wat op Nederlands lijktJ ) kennen. Nieuwe Ninovieters moeten dus Nederlands leren en oude Ninovieters moeten begrip tonen als mensen niet onmiddellijk vlot Nederlands praten en hen een handje helpen. Dat is een vorm van beleefdheid, in twee richtingen. En de overheid, die moet dat proces vergemakkelijken.

Je hebt als lokale overheid relatief weinig hefbomen om hieraan te werken, maar er zijn er toch enkele. Zo is het nu al verplicht dat mensen Nederlands kennen of zich inschrijven voor een cursus Nederlands wanneer ze een sociale woning willen huren.

Verder kunnen we alle nieuwe Ninovieters een soort inburgeringstraject voorstellen. Gedurende dit traject kan een cursus gevolgd worden over  ‘leven in Ninove, Vlaanderen en België’ met rechten en plichten en een deel praktische informatie. Verder ook een individuele trajectbegeleiding door hun lokale peter of meter, een cursus Nederlands en begeleiding naar werk of onderwijs.

Het aanbod aan Nederlandse taallessen moet uitgebreid worden en er kan kinderopvang voorzien worden voor alleenstaande ouders zodat ook zij naar de taallessen kunnen gaan.

Zoals blijkt uit de cijfers uit deel 1 spreekt maar liefst 10% van de Ninoofse kinderen thuis geen Nederlands. Het onderwijs is daarom van cruciaal belang om deze kinderen Nederlands te leren. De stad moet samen met de scholen kinderen met taalachterstand helpen door bijvoorbeeld extra taallessen of huiswerkbegeleiding te voorzien op woensdagnamiddag.

Sociale cohesie: samen is super!

 Mensen die elkaar kennen, hebben meer begrip voor elkaar, beseffen dat ze in wezen niet zoveel van elkaar verschillen en voelen zich beter in hun vel. De stad moet dit stimuleren door allerlei contacten tussen mensen op verschillende manieren te stimuleren. Zo kan je denken aan:

Uitbouw van een netwerk in de allochtone gemeenschappen. Momenteel wordt er buiten ‘Ninove Info’ nauwelijks gecommuniceerd worden met de nieuwe Ninovieters.  Daarom moet de stad actief op zoek naar verenigingen die vooral bestaan uit inwijkelingen en hen ondersteunen. Zo heeft de stad gesprekpartners en kan de communicatie verbeteren tussen stad en allochtonen wat onrechtstreeks dan ook de contacten tussen nieuwe en oude Ninovieters verbetert.

In de inburgeringstrajecten kunnen we praatsessies organiseren waarin nieuwkomers een gesprek voeren over hun en ons dagelijks leven. Dit kan gaan over opvoeding, gewoontes, ervaringen, uitwisselingen, tradities en  cultuur. Zo leren we elkaar beter kennen en misverstanden uit de wereld helpen.

We moeten zwaar inzetten op het ondersteunen van elk initiatief dat mensen samenbrengt. De stad kan door haar communicatie kanalen ervoor zorgen dat deze initiatieven ook nieuwe Ninovieters bereiken.

Socio-culturele projecten rond diversiteit ondersteunen en in het begin eventueel zelf organiseren. Allochtone en autochtone verenigingen kunnen zo samenwerken rond bepaalde projecten.

Wijkgericht werken met buurt- en straathoekwerkers die actief aan de sociale cohesie werken per wijk of deelgemeente. In elk van deze buurten kan het sociaal leven ook gestimuleerd worden door plekken te voorzien waar mensen kunnen samenkomen. Belangrijk is dat dit open staat voor iedereen: gepensioneerden die er komen kaarten, lokale verenigingen die er vergaderen of iets kleinschaligs organiseren. Of een buurtspeelpleintje, sportveldje of grasveld met vaste BBQ, tafels en banken.

Inspraak en participatie bevorderen door buurtvergaderingen, luisterzittingen,…

Ondersteuning van het verenigingsleven met extra aandacht voor laagdrempeligheid. Ook nieuwe Ninovieters moeten toegang vinden tot het verenigingsleven. Het is belangrijk dat de stad een beleid voert dat rekening houdt met de eigenheid en capaciteit van elke vereniging. We merken dat sportverenigingen als eerste een aantrekkingspool zijn voor jonge allochtonen. In de andere socio-culturele en jeugdverenigingen kan je nieuwe Ninovieters nog op één hand tellen. Via het stimuleren van wederzijdse contacten moet hier zeker vooruitgang mogelijk zijn. Hiervoor zijn goede communicatie kanalen naar de allochtone gemeenschap zeer belangrijk.

Samen wonen

Wanneer je als Vlaming aan het zwembad in een zuiders land andere Vlamingen hoort, ontstaat er al gauw een gesprek en voor je het weet, breng je een groot deel van je vakantie samen door. Dat is volkomen normaal. Daarom ook dat allochtonen heel vaak in dezelfde buurten wonen. Heel begrijpelijk, maar niet goed voor de integratie. Oude en nieuwe Ninovieters wonen beter kris kras door elkaar als je de sociale cohesie tussen beiden wil vergroten.

Als stad kan je natuurlijk niet bepalen wie waar gaat wonen, tenzij het om sociale woningen gaat. Daarbij is een sociale mix dus aangewezen. Op die manier leren diverse mensen elkaar kennen en krijg je een warmere samenleving. We moeten bekijken hoe we er voor kunnen zorgen dat bouwheren bijv. in een appartementsblok of een verkaveling één sociaal appartement of kavel voorzien. Nu geldt dat al voor heel grote verkavelingen, maar dat kan misschien worden uitgebreid.  Verder willen we geen nieuwe sociale reuzewoonwijken aanleggen maar wel huizen opkopen of huren en verhuren via het sociaal verhuurkantoor. Daarnaast kleinere sociale woonprojecten met een sociale mix. Belangrijk hierbij is om buurtwerkers in te zetten om die sociale mix ook te begeleiden en de eerste contacten te stimuleren.

sp.a en groen! bundelen de krachten in Ninove

Exact één jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen kondigen sp.a en groen! aan dat ze samen naar de kiezer gaan in de Wortelstad. Als naam werd voor de duidelijkheid gekozen voor sp.a-groen!

Dit progressief front betekent dat we met ons  kartel de kiezer een  kans geven te kiezen voor een andere meerderheid en voor een vernieuwend beleid. De keuze voor een socialer beleid, met meer aandacht voor inspraak, buurtleven, levenskwaliteit en een betere mooiere leefomgeving. De keuze ook voor een bruisende stad waar wat te beleven valt en waar iedereen zich thuis kan voelen. Met een jonge, dynamische ploeg willen we daar aan werken!

De huidige VLD-CD&V-meerderheid kan enkele prestigeprojecten in Ninove Centrum voorleggen, maar dat heeft ervoor gezorgd dat de deelgemeenten al te vaak werden vergeten. Sp.a & Groen! willen meer investeren in onze mooie deelgemeenten.  

Dat moet in sterk overleg met de bevolking gebeuren. Zowel voor kleine als grote projecten willen we het beleid consequent aftoetsen bij de omwonenden. Het is niet meer van deze tijd om – zoals bij de herinrichting van Den Dollar of de geplande werken in Appelterre gebeurd is – de bevolking pas te betrekken als de plannen al in kannen en kruiken zijn.

Het mobiliteitsvraagstuk vormt een enorme uitdaging voor de nieuwe meerderheid. Elke Ninovieter zal het met ons eens zijn dat de druk van het verkeer op de stad de afgelopen tien jaar sterk gestegen is. Zowel tijdens de spits als op drukke winkeldagen slibt de stad langzaam dicht. De zwakke weggebruiker komt daardoor meer en meer in verdrukking en op dat vlak zijn extra investeringen nodig om de verkeersveiligheid te verhogen.

Ook het onderhoud van wegen, bermen en voetpaden kan stukken beter. Ninove ligt nog vol stokoude brede betonbanen waar vaak veel te snel gereden wordt. Deze moeten dringend heraangelegd worden in volledig overleg met de omwonenden.

De contouren van het sp.a-Groen!-programma liggen vast. Tegen het voorjaar willen we het  het kartelprogramma van sp.a groen!  afwerken. We betrekken alle geïnteresseerden uit het middenveld dit najaar bij de verdere invulling van ons programma. Alle suggesties zijn dan ook meer dan welkom: heb je een goed idee, stuur het dus zeker door naar mij of Misja De Ridder (misjaderidder@hotmail.com). Verder blijven we met onze wekelijkse huisbezoeken de inwoners van onze mooie stad en deelgemeenten hun mening vragen over wat er beter kan in hun dorp of buurt. Geef dus zeker ook daarover jouw mening aan ons door!

 

Katie, Wouter, Jordy, Stijn, Lut en ik

 

Groepsaankoop stookolie

De voorbije jaren hielpen we met onze groepsaankopen van stookolie honderden Ninoofse gezinnen om hun energiefactuur te verminderen. Het principe is eenvoudig: sp.a verzamelt de bestellingen, doet een rondvraag bij de brandstofleveranciers uit de regio en de leverancier die de grootste korting aanbiedt, mag alle bestellingen uitvoeren.

Met onze net afgelopen 5e stookolieactie verzamelden we zo iets meer dan 200 Ninoofse gezinnen en bestelden we samen net geen 300.000 liter stookolie, waarop we gemiddeld 9,3 eurocent korting konden krijgen. Een gemiddelde besparing van 135 euro per gezin. Voor sommigen was die korting hun enige doel, voor anderen zelfs een bittere noodzaak. Anderen deden misschien mee uit principe, omdat ze er de aloude coöperatieve gedachte in herkenden. Dit soort acties bewijzen dat dit coöperatieve instrument nog actueel en efficiënt kan zijn in de economie van de 21e eeuw, als je maar de moeite doet om het in een moderne vorm te gieten. Het succes van deze acties toont aan dat mensen,  of ze nu werknemer of consument zijn,  spaarder of student,  altijd beter af zijn wanneer ze hun krachten bundelen en risico’s en opbrengsten tot op zekere hoogte delen. En dat gaat veel ruimer dan mazout.

Volkstuintjes in Ninove?

Het Ninoofs OCMW is eigenaar van heel wat landbouwgronden in groot-Ninove. Deze gronden die historisch in handen zijn van het OCMW zijn vaak verpacht of bebost, maar liggen soms ook braak. Absoluut geen kerntaak van een OCMW dus.

Op de vorige OCMW-raad stelde sp.a bij monde van Lut Van den Brande daarom voor dat het OCMW één van haar vele gronden zou gebruiken om er volkstuintjes of een zelfoogsttuin op te richten.

Zulke volkstuintjes bieden de mogelijkheid aan mensen die zelf geen tuin hebben om op deze grond een eigen moestuin aan te leggen en er dus wat groenten en fruit voor eigen gebruik te kweken. Een zelfoogsttuin daarentegen is een moestuin of boomgaard die in het kader van een sociaal tewerkstellingsproject wordt onderhouden door sociaal zwakkere werknemers. Andere mensen kunnen dan voor een zeer lage prijs (bvb 0,5 euro per week) groenten en fruit komen oogsten voor eigen gebruik. Op die manier creëer je sociale tewerkstelling en help je tegelijk sociaal zwakkeren om gezonder te eten. Het is immers algemeen geweten dat mensen die het niet zo breed hebben eerder ongezond eten omdat dat nu eenmaal het goedkoopst is.

De meerderheid had wel oor naar het sp.a-voorstel en beloofde te onderzoeken of het OCMW gronden heeft die hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen. Wordt dus hopelijk vervolgd.

Allochtonen in Ninove: deel 1

Je kan er niet naast kijken: Ninove werd de voorbije jaren veel gekleurder. Daar waar er vroeger bijna enkel blanke, Nederlandstalige Ninovieters waren, zijn er de laatste jaren heel wat nieuwe Ninovieters bijgekomen. Ze spreken Nederlands, Frans, Engels, Arabisch of nog iets anders en zijn soms blank, zwart of bruin. In een drieluik zal ik komende weken mijn visie geven over deze ‘allochtonenkwestie’.

In een eerste tekst vandaag bekijk ik de cijfers: hoeveel vreemdelingen zijn er eigenlijk in Ninove, hoe is dat geëvolueerd en wat zijn volgens mij de redenen van deze evolutie. In een tweede en derde bijdrage de volgende weken, probeer ik dan een aantal voorstellen te doen om enerzijds de socio-culturele als anderzijds de socio-economische integratie te bevorderen. Ik bekijk het dossier bewust enkel vanuit het standpunt van de stad: wat kan de stad doen? We kunnen meer dan genoeg toogavonden vullen met het oplossen van zaken waar we als stad toch niets kunnen aan veranderen. Maar over het stadsbeleid nodig ik iedereen uit om me zijn of haar reactie toe te sturen over deze teksten. Zowel positieve als negatieve reacties worden geapprecieerd.

De cijfers

Op 1 januari 2010 woonden er in Ninove 1.078 mensen met een buitenlandse nationaliteit. Dat is 2,9% van de bevolking (er wonen in Ninove 36.675 mensen). Dat is minder dan de helft van het Vlaams gemiddelde en ongeveer evenveel als het gemiddelde over het ganse arrondissement Aalst. Het is ook vergelijkbaar met andere steden uit de regio. Enkel Zottegem en in mindere mate Dendermonde hebben een kleiner percentage niet-Belgen als inwoners.

% inwoners met buitenlandse nationaliteit
Vlaanderen 6,4%
Oost-Vlaanderen 4,1%
Arrondissement Aalst 2,8%
Aalst 4,4%
Denderleeuw 3,8%
Dendermonde 2,2%
Geraardsbergen 3,0%
Ninove 2,9%
Zottegem 1,3%

Bron: ADSEI

Op basis van de meest recente nationaliteitscijfers (2008) blijkt dat iets meer dan de helft van de mensen met buitenlandse nationaliteit in Ninove EU-burgers zijn. Ook in Vlaanderen is dat zo.

EU27 Rest Europa (excl. Turk) Turkije Maghreb Rest Afrika Azië
Vlaanderen 64% 6% 5% 8% 5% 9%
Oost-Vlaanderen 46% 9% 15% 10% 7% 10%
Arrondissement Aalst 47% 11% 6% 8% 13% 12%
Aalst 40% 12% 9% 9% 13% 13%
Denderleeuw 47% 3% 6% 5% 30% 7%
Dendermonde 40% 8% 23% 10% 5% 12%
Geraardsbergen 47% 21% 2% 3% 8% 15%
Ninove 53% 7% 4% 13% 11% 8%
Zottegem 57% 13% 0% 4% 5% 14%

Bron: ADSEI

Verder valt het op dat er in Ninove relatief weinig (4%) Turken zijn en relatief veel Maghrebijnen (Marokko, Tunesië,..: 13%).

Conclusie 1: Van de bijna 37.000 inwoners, hebben 1.100 een buitenlandse nationaliteit, waarvan 47% niet-EU-burgers zijn, grofweg 500.

Maar wat men in de volksmond ‘vreemdelingen’ noemt, gaat natuurlijk veel ruimer dan mensen met een vreemde nationaliteit. Het is niet eenvoudig om een statistisch werkbare definitie te vinden voor mensen van buitenlandse afkomst, zodat cijfers hierover altijd voor discussie vatbaar zijn. Socioloog Jan Hertogen poogde met een methode van de UCL het aantal inwoners van buitenlandse afkomst te ramen. Zo komt hij voor Ninove op 2.450 inwoners van buitenlandse afkomst, of 6,8% van de bevolking. Van deze 6,8% is 3,6% van niet-Europese afkomst, 3,0% van Europese afkomst en zijn er 0,2% vluchtelingen.

In de periode 1990-2010 is het aandeel inwoners met een buitenlandse nationaliteit in Ninove gestegen van 1,1% naar 2,9%. Ook de evolutie in Vlaanderen (van 4,3% naar 6,4%), Oost-Vlaanderen (van 2,7% naar 4,1%) en het arrondissement Aalst (van 0,9 naar 2,8%) is stijgend.

% buitenlandse nationaliteit 1990 2010 stijging
Vlaanderen 4,3% 6,4% 2,1
Oost-Vlaanderen 2,7% 4,1% 1,4
Arrondissement Aalst 0,9% 2,8% 1,9
Ninove 1,1% 2,9% 1,8

Bron: ADSEI

Het aandeel inwoners van buitenlandse afkomst is tussen 1990 en 2008 gestegen van 1,8% naar 6,8%. Ook deze evolutie loopt grosso modo gelijk aan de Vlaamse (van 6,2% naar 13,5%), Oost-Vlaamse (van 3,7% naar 9,5%) en arrondissementele (van 1,5% naar 5,7%).

% buitenlandse nationaliteit 1990 2008 stijging
Vlaanderen 6,2% 13,5% 7,3
Oost-Vlaanderen 3,7% 9,5% 5,8
Arrondissement Aalst 1,5% 5,7% 4,2
Ninove 1,8% 6,8% 5,0

Bron: NPDATA

Als je natuurlijk het lage vertrekpunt in rekening brengt, was de stijging in Ninove relatief hoger. Zo is de periode 1990-2008 het totaal aantal inwoners met 9% gestegen, het aantal inwoners met een buitenlandse nationaliteit met 177% en het aantal inwoners van buitenlandse afkomst met 313%. Percentages die veel hoger liggen dan het Vlaams gemiddelde (ongeveer 45% voor buitenlandse nationaliteit en ongeveer 130% voor buitenlandse afkomst).

Conclusie 2: Ninove had vroeger relatief zeer weinig ‘vreemdelingen’ als inwoner en heeft er nog steeds relatief weinig, al was de toename in Ninove relatief sterker dan elders. Er heeft zich dus een soort inhaalbeweging voorgedaan.

Naast mensen van buitenlandse afkomst, zijn er ook heel wat andere nieuwe Ninovieters die hier komen wonen,  voornamelijk uit het Brusselse, en die niet Nederlandstalig zijn. Echte statistieken zijn hiervan niet beschikbaar, maar als je kijkt naar de GOK-enquête waarin gepeild werd naar de thuistaal van leerlingen, blijkt dat 9,5% van de Ninoofse kinderen thuis geen Nederlands praten. Dat is wat hoger dan in het arrondissement Aalst en in de provincie Oost-Vlaanderen, maar toch nog 3 procentpunten lager dan in gans Vlaanderen.

% geen Nederlands als thuistaal
Vlaanderen 12,7%
Oost-Vlaanderen 9,0%
Arrondissement Aalst 8,3%
Ninove 9,5%

Bron: parlementaire vragen

Van die 9,5% gaat het bijna altijd om Frans (8,8 van 9,5)

Conclusie 3: ongeveer 10% van de Ninoofse kinderen spreekt thuis geen Nederlands.

Waarom is het aantal mensen van buitenlandse afkomst in Ninove de laatste jaren zo gestegen?

  • Ten eerste valt het zeer lage vertrekpunt op. Aangezien Ninove vroeger zeer weinig gekleurd was, is elke stijging altijd relatief veel meer.
  • Ten tweede is er de nabijheid van de Europese hoofdstad Brussel (25 km) waar de bevolking zeer sterk is gestegen (en nog stijgt) en daarmee
    samenhangend de huizenprijzen. De goede auto-, bus- en treinverbindingen tussen Ninove en Brussel maken het voor mensen uit het Brusselse eenvoudig om in Ninove te komen wonen waar de woning- , gronden- en huurprijzen veel goedkoper zijn dan in het Brusselse. Dit verbindingseffect is trouwens ook de reden waarom er in Denderleeuw met zijn megastation zoveel mensen van vreemde origine wonen en in Zottegem (slechte auto- en busverbinding) zo weinig.
  • Daarnaast is Ninove natuurlijk ook gewoon een aantrekkelijke plaats om te komen wonen: rustig, groot handelscentrum, gezellig, mooie natuur en toffe inwoners.

De nabijheid van Brussel is natuurlijk een feit (en is trouwens een enorme troef voor Ninove), net als die goede verbindingen. Migratie is in Ninove dus een vaststaand feit is, met voor- en nadelen. De inwijkelingen brengen diversiteit in de stad en leren ons nieuwe dingen te ontdekken, maar wanneer een grote groep (anderstalige) inwijkelingen in een stad komt wonen, is het normaal dat dat spanningen veroorzaakt. In twee richtingen: de oude Ninovieter die plots geen enkele van zijn buren meer kent, en de nieuwe Ninovieter die zich niet welkom voelt.

Het wordt dan onze taak om door een goed beleid te proberen om de nadelen zoveel mogelijk te verzachten en de voordelen te vergroten en dat voor zowel de oude als de nieuwe Ninovieters.

De fratsen van het autonoom gemeentebedrijf

Gisteren kwam Ninove nog eens in het nationale nieuws met het Tiramisu-incident, waarbij de werknemers van het AGB DN een alcoholtest moesten ondergaaan omdat ze wat tiramisu hadden gegeten ter gelegenheid van de verjaardag van één van de collega’s. Hallucinant verhaal dat een onderliggend probleem in de verf zet.

Het Autonoom GemeenteBedrijf

Eén van de grote verwezenlijkingen van de VLD-CD&V-LDD-meerderheid  is zogezegd de realisatie van het autonoom gemeentebedrijf (AGB). De dienst openbare werken van vroeger is nu een ‘bedrijf’ geworden. Het heeft een eigen raad van bestuur, directiecomité, personeelsdienst, informaticamedewerker en financiële dienst. De stad factureert nu aan zijn eigen bedrijf en omgekeerd, kwestie van het werk in de wereld te houden. Moest dit ‘bedrijf’ er nu in slagen hetzelfde te doen als vroeger en tegelijk minder te kosten, je zou nog zeggen. Maar als men alles bij elkaar telt, kost dit onze stad pakken meer en is het onderhoud van onze voetpaden, rioolkolken, fietspaden en straten er niet noemenswaardig op verbeterd.

Politieke spelletjes

Wat is er daar nu eigenlijk aan de hand? In feite is ’t politiek van de oude stempel waarin Freddy Van Eeckhout de liberalen een hak heeft gezet. VLD heeft de Schepen van openbare werken, maar Freddy Van Eeckhout heeft ervoor gezorgd dat hij Voorzitter van het Directiecomité is en dus de macht van de schepen van openbare werken uitholt. Voor alle werken die dit bedrijf uitvoert, moet er geen rekenschap afgelegd worden aan de democratisch verkozen gemeenteraad, noch aan het Schepencollege. Het ‘bedrijf’ is dus nog eens ondemocratischer ook.

Wat zijn nu de verwezenlijkingen van dit AGBDN?

Men heeft een héél erg duur betaald online invulformulier gemaakt met de internettechnologie van 10 jaar geleden. De crisismanager heeft er 1,5 jaar gewerkt aan +/- 1000€/dag. Er is een directeur benoemd die een pak meer verdient dan u en ik en zeker dan de vroegere baas van de dienst openbare werken, die nochtans hetzelfde werk moest doen. De tarieven voor de uitleendienst werden opgetrokken. En er is meer en meer een openlijke oorlog tussen het personeel en de directie.

Voor een duurbetaalde manager is de relatie met zijn personeel nochtans cruciaal. Wij stellen ons de vraag of het belastinggeld waarmee het loon van onze manager betaald wordt, wel goed besteed is. Is die man het waard om de stad zoveel te kosten? Dringend tijd om de man eens grondig te evalueren. Toch mag niet alles aan hem worden toegeschoven. Het is totaal onnodig om in een stad met de schaal van Ninove een apart bedrijf te maken waarin je de dienst openbare werken onder brengt. Je creëert eigenlijk zelf schaalnadelen door uw stadsadministratie in stukken te splitsen, in plaats van op zoek te gaan naar schaalvoordelen door bijvoorbeeld met andere gemeenten samen te werken voor aankopen die elke gemeente moet doen. De creatie van het autonoom gemeentebedrijf an sich is dus het probleem en dat was een politieke keuze. Deze bestuursmeerderheid nam deze keuze en dat is een flagrante misstap gebleken. Het zou de CD&V-VLD-LDD-meerderheid sieren mocht ze haar fout recht zetten en het bedrijf afschaffen.

Wat moet er gebeuren?

Voor sp.a Ninove is het duidelijk. Dit bedrijf is een miskleun. Het werkt niet beter dan vroeger, kost meer aan de Ninovieter en is ondemocratisch! Wij pleiten ervoor om dit bedrijf zodanig te hervormen, dat je meteen het nutteloze directie comité en de onnodige raad van bestuur kan elimineren, door er een zogenaamd Intern Verzelfstandigd Agentschap (IVA) van te maken. Op jaarbasis bespaar je hiermee meteen een dikke 30.000€. Je kan trouwens gerust een zekere autonomie binnen de stadsadministratie behouden, terwijl alles opnieuw onder de supervisie van de democratisch verkozen gemeenteraad en schepenc.ollege geplaatst wordt. Meer info over IVA’s kan je lezen op de website van het agentschap binnenlands bestuur.

Geld voor extra kinderopvang?

Ninove heeft in vergelijking met verschillende andere gemeenten op Geraardsbergen na het minste plaatsen in de voorschoolse kinderopvang (opvang voor kinderen van 0 tot 3 jaar). Met 29,7 plaatsen op 100 kinderen in die leeftijdsgroep scoort Ninove ruim lager dan het Vlaamse gemiddelde van 36,8 plaatsen per 100 kinderen. De schepen verantwoordelijk voor kinderopvang Tania De Jonge (VLD) is zich bewust van het probleem zoals blijkt uit haar beleidsplan voor 2011-2013. Het beleidsplan dat voor de rest verre van slecht is, voorziet echter maar een uitbreiding van de voorschoolse opvang in 2013. Na de gemeenteraadsverkiezingen dus: dit wil zeggen dat de volgende schepen het mag doen (of niet doen).

In een persartikel in het Nieuwsblad geeft Tania De Jonge de reden aan: ‘Extra middelen om plek te creëren, hebben we niet.’

Klinkt op het eerste zich logisch, ware het niet dat haar collega schepen voor financiën Rudy Corijn (LDD) enkele weken daarvoor een triomfantelijk persbericht de wereld in stuurt om duidelijk te maken hoe goed Ninove het wel doet op financieel vlak met een overschot van meer dan 4 miljoen euro in 2010 en schuldafbouw waardoor ‘Ninove een koppositie in Vlaanderen bekomt.’

Zou het niet eerlijker zijn om te zeggen dat het creëren van extra voorschoolse kinderopvang geen prioriteit is of dat op zijn minst niet was bij de opmaak van het financieel meerjarenplan?

Bij de opmaak van dat meerjarenplan was kinderopvang trouwens de bevoegdheid van schepen Mariette De Smet (eerst VLD, dan LDD, nu Forza Ninove) die helemaal niets had voorzien voor de uitbreiding van voorschoolse kinderopvang.